De Nederlandse land- en tuinbouw is gefundeerd op de veredelaars. Fokkers en telers hebben van generatie op generatie nieuwe lijnen en rassen ontwikkeld, waar hun opvolgers steeds op voortbouwden.
Daarbij zijn ook steeds nieuwe technieken gebruikt. De toepassing van kunstmatige inseminatie heeft bij de invoering ervan tot debatten geleid, die de Hoekse en Kabeljauwse twisten in de schaduw stelden. Inmiddels is ki gemeengoed en (bijna) niemand wil zonder.
Plantenveredeling zet grote stappen
In de plantenveredeling zet de techniek dankzij de wetenschap grote stappen voorwaarts. Er zijn veelbelovende technieken, die het mogelijk maken de erfelijke code van planten op zeer gedetailleerd niveau aan te passen, zodat bepaalde eigenschappen zich niet, of juist wel laten zien.
‘EU én de regels zijn er nog niet klaar voor’
Dat zijn erfelijke aanpassingen die in de natuur zouden kunnen voorkomen, maar die via de klassieke veredeling heel veel tijd zouden vergen. Die nieuwe technieken, aangeduid met ingewikkelde benamingen als Crispr-Cas9 of ODM, staan op het punt breed toegepast te worden. Ondertussen is de Europese Unie er nog niet klaar voor, simpelweg omdat de regelgeving niet is toegerust.
‘Precisiemassage’
De Europese Commissie belooft al langer dan een jaar met een standpunt te komen. Nu dat uitblijft, is het mooi dat Nederland probeert met precisiemassage de Europese lidstaten en de Europese Commissie los te maken uit het stijve stelsel van regels dat elke ontwikkeling tegenhoudt.
Het is mooi dat Nederland probeert met precisiemassage de Europese lidstaten en de Europese Commissie los te maken uit het stijve stelsel van regels dat elke ontwikkeling tegenhoudt.