De Rechtbank Den Haag halveert de boete voor een paprikateler wegens het tewerkstellen van een vreemdeling zonder werkvergunning.
De teler krijgt een (verlaagde) boete van € 8.000, ondanks dat het niet de eerste keer is dat hij in overtreding was.
De teler kreeg de verlaging, omdat hij zich wel heeft ingezet om via het stappenplan te controleren of een Egyptenaar wel over een werkvergunning beschikte. Dat was een verblijfsvergunning om als zelfstandige te werken, met een VAR-verklaring.
Toch is de teler in overtreding. Uit een onderzoek van de Inspectie SZW blijkt namelijk dat de Egyptenaar niet als zelfstandige de paprikaplanten topte en draaide. Er was wel degelijk sprake van een gezagsverhouding. De constructie kon volgens de rechtbank inderdaad niet door de beugel, waardoor de zaak van de inspectiedienst overeind bleef. De Egyptenaar had een tewerkstellingsvergunning nodig. De gemaakte griffie- en proceskosten moeten wel door het ministerie van SZW worden vergoed aan de teler.