Bij LTO moet het roer om. De macht wordt gedecentraliseerd. Een Ledenraad gaat zich buigen over het beleid.
Binnen LTO verschuift de macht van regionale LTO’s naar landelijke vakgroepen die onder LTO Nederland vallen. Laatstgenoemde wordt voortaan niet meer louter gecontroleerd door de voorzitters van de regionale LTO’s, maar door een Ledenraad. Het beleid, de organisatiewijze, de prestaties en de jaarrekening moeten in de toekomst door een Ledenraad worden goedgekeurd.
Democratisch tekort voorkomen
Daarmee wordt voorkomen dat door een verschuiving van de macht van regionale LTO’s naar LTO Nederland een democratisch tekort ontstaat. Naast het aanpassen van de organisatie moet de lobby zelf worden veranderd. Naast de traditionele lobby wil LTO meer gebruik maken van initiatieven van leden. Met de ‘laarzenactie’ en de actie ‘kalf bij de koe’ gaven boeren al met succes een (sympathiek) gezicht aan een mening.
Naast de traditionele lobby wil LTO meer gebruik maken van initiatieven van leden.
Vijf voor twaalf geweest voor LTO
De noodzaak voor verandering is groot, vindt voorzitter Marc Calon. Hij heeft gelijk. Juist nu boeren kwetsbaarder worden, neemt de lobbykracht af. Boeren worden kwetsbaarder omdat de overheid minder dan voorheen bereid is agrariërs te steunen bij calamiteiten als dierziekten en extreem weer. Prijzen schommelen omdat markten minder beschermd worden. Lagekostenlanden dwingen tot een omslag van bulkproductie naar toegevoegde waarde.
‘Juist nu boeren kwetsbaarder worden, neemt de lobbykracht af.’
Landbouwlobby is verzwakt, schappen zijn ontmanteld, LTO is verzwakt
De landbouwlobby verzwakt omdat het aantal boeren en tuinders krimpt, het landbouwministerie is opgeheven en de productschappen zijn ontmanteld. LTO zelf is verzwakt door de opkomst van activistische vakbonden en toenemende interne verdeeldheid – gevolg van het feit dat steeds meer onderwerpen in meer dan één sector spelen.
‘LTO zelf is verzwakt door de opkomst van activistische vakbonden en toenemende interne verdeeldheid.’
Binnen LTO wordt de reorganisatie dan ook breed gedragen. LTO moet scherpe, snelle en eenduidig posities innemen in het politieke en maatschappelijke debat. Geen ruimte meer laten voor eigen interpretaties door samenleving en politiek. Met één landelijk bestuur per sector wordt het gemakkelijker tussen sectoren te schakelen.
Kritiek op invulling vakgroepen
De wijze waarop vakgroepen worden ingevuld, leidt wel tot kritiek. Alle bestuurders leggen de functie neer. Als LTO haar profiel ingrijpend verandert, heeft het ook bestuurders nodig die bij het aangepaste profiel passen.
De bestuurders zullen worden gekozen door een vertrouwenscommissie met vertegenwoordiging uit het Federatiebestuur, de huidige vakgroepen en een personeelszakenspecialist. LTO is tot de conclusie gekomen dat het direct door sectorgenoten laten kiezen leidt tot bestuurders van wisselende kwaliteit. Daarom heeft LTO ook afscheid genomen van een formule die maakt dat alle regionale LTO’s in de besturen vertegenwoordigd is.
‘LTO is tot de conclusie gekomen dat het direct door sectorgenoten laten kiezen leidt tot bestuurders van wisselende kwaliteit.’
Profielschetsen en geschikte bestuurders
De profielschetsen waarmee gewerkt wordt, zijn overlegd met het bedrijfsleven. Het bedrijfsleven is ook gevraagd of ze namen weten van geschikte bestuurders. Nieuwe bestuurders die naar voren zijn geschoven door een grote coöperatie, kunnen in theorie in een lastig parket komen. Wiens belangen verdedigen zij? Maar het laatste woord bij de keuze is aan de vertrouwenscommissie en het bezetten van meerdere bestuursfuncties is boeren niet vreemd.
Bovendien is het hoog tijd dat nu het aantal boeren krimpt, in de lobby ook de kracht van de keten wordt gemobiliseerd.