De consument wil producten van het erf tot het winkelschap volgen. Die info moet betrouwbaar zijn.
De marketeers verstaan hun vak. Het product is puur, vers, gezond en smaakvol, duurzaam geproduceerd, en ja soms zelfs ambachtelijk bereid. De klant wil het graag geloven, of misschien beter: wílde het graag geloven. Hij – en anders de retail wel namens hem – eist garanties. De moderne consument wil het proces vanaf het erf tot het winkelschap kunnen volgen.
60% artikeldata correct
In oud jargon heet dit nog ‘traceability’. Tegenwoordig gebruiken we hier een term zoals ‘Data Management’ voor. Elk artikel in elke schakel in de keten wordt vastgelegd en gecommuniceerd. En net als voor een product, verschilt deze informatie in waarde en in betrouwbaarheid. Zie hier een nieuwe term: datakwaliteit. Nu nog blijkt slechts 60% van de artikeldata correct. Dat percentage moet omhoog naar 100%.
GS1 (het bedrijf achter de bekende barcode), Frug I Com en GroentenFruit Huis werkten in het zogenoemde programma DatakwaliTijd 2.0 afspraken uit in een aanpak voor de AGF-sector. Het bidboek is net goedgekeurd en wordt nu in bijeenkomsten voorgelegd aan stakeholders. De definitieve versie telt 40 pagina’s, met daarin gedetailleerde afspraken over productgroepen, eenheden, verpakkingen en controles. Wat is nu precies onbewerkt, bewerkt of verwerkt? Wanneer heet een verpakking gesloten? Wat zegt een datum precies? Denk aan dat soort zaken.
Bewustwording en aanpassing
Alle AGF-bedrijven gaan de komende maanden de impact van het programma ervaren, waarschuwt Frug I Com. Radbout Buijs van Nature’s Pride noemt het vooral een kwestie van bewustwording. “Datakwaliteit staat helaas nog niet overal bovenaan de agenda van de verssector”, stelt hij. Hij ziet datakwaliteit als het levenssap voor een robuuste en flexibele keten.
Zeker, het begint met bewustwording. Maar daarna komt toch ook de werkvloer. Processen, logistiek en registratie moeten waarschijnlijk worden aangepast. Het is niet anders. Als tuinder ben je eenmaal onderdeel van een keten.
Een stevige voetnoot is hier op zijn plaats: die eisen moeten ook gaan gelden voor buitenlandse producten. Terecht wijst de Nederlandse AGF-sector ook op een gelijk speelveld.