Brexit raakt Nederlands groente en vlees

Nederlandse groente-, fruit- en vleesexporteurs ondervinden de meeste hinder van een zwak pond tegenover een dure euro en de naderende Brexit.

Nederland zet relatief veel groente, fruit en vlees af in Groot-Brittannië, terwijl de Britse consument in een lastige economische markt vooral op deze producten wil inleveren. Dat blijkt uit een rapport van ABN Amro.

Koersdaling Brits pond na Brexit-referendum

Het Britse pond ging begin 2016 al onderuit, na het Brexit-referendum in juni van dat jaar zette dit verval verder door. Een Britse pond was toen € 1,32 waard, inmiddels is dat € 1,11. Omdat Groot-Brittannië qua voedsel voor 54% zelfvoorzienend is, zorgt dat voor hogere voedselprijzen. In de eerste acht maanden van dit jaar betaalde de Britse consument al 2% meer dan in dezelfde periode in 2016.

Nederland belangrijke voedselleverancier voor Britten

Qua import is de EU voor de Britten hofleverancier. Ruim een kwart van al het geconsumeerde voedsel komt uit de EU. En daarbinnen is Nederland weer de grootste leverancier. De hogere prijzen in Groot-Brittannië zijn daarom zorgelijk voor Nederlandse exporteurs, zegt ABN Amro. Vooral omdat uit onderzoek van de Britse overheid blijkt dat de afzet van groente, fruit en vlees daalt als prijzen stijgen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld boter of eieren. Juist groente, fruit en (varkens-)vlees komen uit de EU (en vooral uit Nederland). Voor deze producten zijn de Britten respectievelijk voor 55%, 17% en 60% zelfvoorzienend.

Kwetsbaar

Dat Nederland juist met die producten kwetsbaar is, blijkt ook uit cijfers van statistiekbureau CBS over 2016. Ongeveer 10% van de totale Nederlandse food- en agri-export ging naar Groot-Brittannië. Vlees (16%), groenten en fruit (12%) en ook granen (13%) zaten daar qua aandeel boven.