‘Waarom gaan Nederlandse telers niet naar Engeland?’

De Brexit en alle effecten daarvan maken een overstap van Nederlandse telers naar de overkant van het kanaal aantrekkelijker.

Uit een gepubliceerd verslag van een Brexit-hoorzitting eerder deze zomer blijkt dat Mart Valstar, directeur van Best Fresh Group, namens de Nederlandse groente- en fruithandel een inkijk gaf in de verschuivende markt. Volgens Valstar is de economische positie van teelt in Engeland verbeterd sinds de discussie over de Brexit de koers van het Britse pond onder druk zette. Als daar in de toekomst ook extra kosten voor (fytosanitaire) procedures voor import uit Nederland bijkomen, zal de lokale teelt daarvan verder profiteren.

Nederland benchmark

Dat komt door de benchmark die Nederlandse groenten zoals tomaat hebben op de Britse markt. “Als de tomaat hier naar € 1 gaat, gaat die overal naar € 1. Ze passen zich dan aan en gaan er iets onder zitten. Dat is hoe die benchmark werkt. Als die door een zwakke pond in ponden uitgedrukt hoger is, profiteert die Engelsman daar direct van.” Eventuele extra kosten door extra grenscontroles vallen zo ook in het voordeel uit van Britse telers.

De Brexit leidt misschien tot onzekerheid, maar ook tot kansen om te investeren in de Britse markt, zeker als nieuwe importprocedures voor directe levering vanuit Nederland steeds lastiger wordt. De afgelopen jaren waagden weinig telers de overstap. “Waarom zijn die telers over tien jaar niet allemaal in Engeland geland? Er staat in Nederland ongeveer 10.000 hectare aan kassen. Dat is ongeveer fiftyfifty bloemen en groenten. Ik geloof dat er voor de groente ongeveer 5.500 hectare is, sinds de GMO (Gemeenschappelijke Marktordening) er in 1996 is gekomen. In Engeland gaat het, denk ik, om 500 hectare aan kassen. De Engelsen kunnen het bovendien minder goed dan wij.”

Tien jaar

Toch zal Nederland niet snel de positie kwijtraken op de Britse markt, verwacht Valstar. Het vergt grote investeringen van zo’n € 2 miljoen per hectare om kassen te bouwen. “In de producten die we in Nederland telen, wordt daar wel in geïnvesteerd, maar in Nederland al een jaar of tien niet. Die Engelse productie zal zeker de komende tien jaar de Nederlandse productie nog niet kunnen vervangen en de export zal dan ook wel blijven bestaan.”