Als ik deze column schrijf, zijn de ijsheiligen net voorbij. We hebben een aantal pittige vorstnachten achter de rug. Dat ga je na een aantal doorwaakte nachten wel voelen.
Maar de teelt staat nu, aan het begin van het seizoen, op de eerste plaats. Daar mag niets mee fout gaan. Dus hebben we flink doorgebikkeld om te zorgen dat alles op tijd in het ijs zat, door op tijd en genoeg te beregenen.
Dat geldt tegenwoordig voor zoveel zaken; er mag niets meer fout gaan. Niet met de watergift, niet met de voeding, niet met de planning, het mag nergens fout gaan. Zo ook met de invulling van de benodigde arbeid. Elk jaar is dat weer een flinke klus, die bovendien door wisselende weersomstandigheden nooit precies goed uitkomt.
Schaarste aan personeel
In de krant in onze regio verschenen de laatste weken artikelen over de afnemende beschikbaarheid van seizoenarbeiders. Ik denk dat we ons als telers moeten realiseren dat er op dit vlak op termijn een schaarste aan zit te komen. Het gaat ‘ineens’ zo goed in de (glas)tuinbouw, zo lijkt het, dat iedereen het heeft over investeren of uitbreiden. Het is daarom nog meer dan voorheen belangrijk om interessant te blijven als werkgever, en zo voldoende personeel aan je te binden en te behouden.
De vraag is hoe ver we daarmee moeten gaan. Moeten we alle werknemers in een 5-sterrenhotel laten logeren, inclusief wellness-faciliteiten? Met ontbijt op bed? Masseurs aannemen die zorgen dat de werknemers fysiek tiptop blijven, zodat ze optimaal kunnen blijven presteren?
Ik sla door, ik denk dat ik een paar nachten slaap tekort ben gekomen … Maar dat neemt niet weg dat voor onze branche noodzakelijk personeel in de toekomst schaarser en kritischer zal zijn. Absoluut een punt om rekening mee te houden, want het mag niét fout gaan.