“Het gewas valt mee maar de grofheid en de afrijpingssnelheid van de pruimtomaten lopen achter”, zegt Gertjan van der Spek van Solyco in Bergschenhoek. Hij heeft het nieuwe ras Volantis staan op 4 hectare. In de belichte kas staan 1,5 ha vleestomaten (Ducovery) en 4,5 ha grove trostomaten (Merlice).
De pruimtomaten zijn 1-op-1 geënt op Maxifort en geplant op 28 november. “Door het donkere weer hebben we het rustig aan moeten doen. Vanaf de start heeft het gewas al 8% minder licht gekregen en de etmaaltemperatuur is de laatste weken 2 graden lager dan vorig jaar”, zei hij vorige week.
De voornacht staat op 12 graden, de nanacht op 17 graden met een ochtenddip naar 16 graden. “De gewaslengte is nu minder dan vorig jaar. Maar hij groeit nog steeds 25 tot 30 centimeter per week.” De dagwaarde staat ingesteld op 21 graden met 1 graad lichtverhoging. “We lopen een halve tros achter, maar omdat we de eerste extra stengel iets eerder hebben aangehouden, hangen er evenveel vruchten: 100 stuks per vierkante meter. Maar het oogstgewicht zal 5 tot 10 gram lager zijn dan het streven van 100 gram.”
Snoei op -2
Bij iedere vierde plant is de eerste trosdief aangehouden. De tweede extra stengel is in week 9 aangehouden (van 2,5 naar 3 stengels per m2) en de derde komt er in week 14 of 15 bij (eindafstand 3,5 stengel per m2). Tot en met de zesde tros zijn de trossen gebeugeld. De trossen worden gesnoeid op -2 vruchtjes, waardoor er gemiddeld 6 tot 7 overblijven. Op een mooie dag krijgen de planten van 9 tot 15 uur water, maar bij donker weer houdt het al om 13 uur op. Hij streeft nu naar een drain van 25%. De gift-ec is nog steeds 3,3 maar door het ruimer watergeven is de ec in de mat gedaald van 8 naar 5 mS/cm.
Vroege Macrolophus
Bij de pruimtomaten is het qua gewasbescherming nog erg rustig. “We hebben dit jaar voor het eerst al rond kerst Macrolophus uitgezet, 0,3 per vierkante meter en om de 3 tralies. We voeren ze nog steeds iedere 2 weken bij, steeds verder van de inzetrijen. Je ziet ze al terug. Al moeten we de hoeveelheden nog afwachten, het lijkt erop dat we de populatie voor mei op sterkte hebben.” De eerste tomaten van de onderste trossen beginnen te kleuren. In week 11 verwacht Van der Spek te gaan plukken. Vorige week is daarom de watergoot leeg gepompt en met een ragebol grondig schoongemaakt. Vers water en een paar zakken bitterzout zorgen ervoor dat de tomaten naar de sorteerloods drijven waar ze over een sponzenbaan weer gedroogd worden.
1 week geen zetting
Voor de vleestomaten (1,5 ha, ras Ducovery) in de belichte teelt (180 umol/m2.s) wordt de goot niet meer gebruikt. Ze worden meteen in de doos geplukt waardoor de kwaliteit veel beter blijft. De laatste weken ligt de weekproductie rond 1,5 kilo per vierkante meter. “Dat is iets lager dan vorig jaar, maar dat is het effect van minder buitenlicht.” De tomaten zijn eigenlijk te grof: 35% is 4 maal B, terwijl het streven is om 85% 3 maal B te plukken omdat die meer opbrengen. “Het is bij vleestomaten een hele uitdaging om de balans erin te houden, ook onder lampen. We hebben bijna 1 week geen zetting gehad door het donkere weer. Daardoor worden de tomaten die er wel aan zitten grover. Maar met belichting heb je toch meer regelmaat in de zetting als de balans er eenmaal in zit. Boven de 400 Watt instraling gaan de lampen zelfs uit omdat het anders te veel wordt voor de plant.”
Goede kwaliteit
Bij de belichte trostomaten (4,5 ha; ras Merlice) is de kwaliteit dit hele jaar al heel goed. “We hebben nu voor het tweede jaar het Belgische pepino-vaccin ingebracht. Je ziet wel eens wat getrokken blad of gele vlekken in het gewas na een donkere periode, maar de vruchten blijven mooi egaal kleuren. Hiervoor vaccineerden we niet, maar dat is gewoon niet meer te doen door de hoge infectiedruk.” Een andere reden voor de goede kwaliteit is de hoge kunstmestdosering. “Als ze wat vlekkerig dreigen te worden, verhogen we vooral de kaliumgift.” Het vruchtgewicht van de trostomaten ligt rond 150 gram. De CO2 (800-1000 ppm in alle teelten) komt nog volledig van Ocap. “Pas als de ramen meer opengaan gaan we wkk-CO2 doseren.”
‘Alles wat je kan verzinnen zit erin’
De gewasbescherming in de belichte teelten is een stuk ingewikkelder dan in de onbelichte teelt. “Alles wat je kunt verzinnen zit erin. Macrolophus doet het op zich goed, maar kan het niet bijhouden.” Op de ergste plekken met wittevlieg hangt Van der Spek gele vanglinten op. De rupsen van onder andere Tuta zijn nog wel te controleren met gewone middelen als Fame, Xentari en Altacor. Maar galmijt is een lastiger verhaal. “Eerst moet je ze vroeg proberen te vinden, en dan moet je ze nog weg zien te krijgen. Als een plant onder de galmijt zit spuiten we hem helemaal in en voeren hem na een paar dagen af.” In de 3 tralies eromheen worden de planten om de 6 dagen 3 keer met Oberon gespoten. “Tot nu toe blijft het beperkt tot 3 plekken.”
Auteur: Gerard Boonekamp