Kamp: Glastuinbouw neemt een aparte positie in

De glastuinbouw neemt in de energiediscussie voor CO2-doelstellingen een andere positie in dan de industrie.

Het grote probleem voor de energietransitie zit in belangrijke mate bij de industrie en minder bij de tuinbouw, aldus de minister in verhandelingen naar aanleiding van wijzigingen van de mijnbouwwet. “Ik vind zelf dat het in mindere mate in de tuinbouw zit. Ik zie daar mogelijkheden om CO₂ die normaal als afval de lucht in gaat, af te leiden en naar de kassen te brengen. Daar is juist CO₂ nodig voor de groei van de planten. Bovendien zie ik veel mogelijkheden om geothermie te gebruiken om kassen te verwarmen. Het is heel indrukwekkend dat de initiatieven daarvoor door de tuinders zelf genomen worden.”

Nieuw energiebeleid

Hij zegt dat op een belangrijk moment. Dit jaar werkt het ministerie met het bedrijfsleven aan nieuw transitiebeleid met aparte transitiepaden voor laagwaarde- en hoogwaardige warmte, maar ook voor vervoer, kracht en licht. Het nieuwe beleid, dat geldt tot 2030 en daarna, kan nog tot bijstelling van afspraken leiden binnen de huidige looptijd van het Energieakkoord (tot 2023), bleek recent.

Banenverlies

Die verdere energieafspraken mogen van Kamp niet in zwaar banenverlies resulteren. Dat kan ertoe leiden dat de verduurzamingsafspraken voor bijvoorbeeld de woningmarkt scherper worden gesteld dan voor de industrie. D66 pleitte bij dat overleg eind december voor een nationaal programma met een onderzoek naar het de haalbaarheid van het langzamer uitfaseren van gas voor de industrie. Kamp stelt voor diepe geothermie verder te ontwikkelen voor de industrie, omdat voor deze bedrijfstak nauwelijks alternatieven bestaan voor fossiele brandstof.