Doorgaan naar artikel

‘Niet meer zeuren over slecht imago’

Dat boeren en tuinders een slecht imago hebben, is een misverstand. Opiniepeilers peilen al meer dan tien jaar een 7½ of meer.

Voor de zevende keer in tien jaar heeft opiniepeiler Kantar (voorheen Nipo) de Nederlander ondervraagd over de agrarische sector. En vrijwel onveranderd is driekwart positief tot zeer positief en slechts zo’n 3% negatief tot zeer negatief (en de rest neutraal).

Het rapportcijfer voor boeren en tuinders is een mooie 8-. Nou ja, een 7,7 om precies te zijn. Net als in 2009. En in de andere jaren was de score 7,6. Alleen in 2012 rolde er een 7,5 uit.

Stabiele positiviteit

Die tamelijk stabiele positiviteit gaat overigens nog veel langer terug dan tot 2007. Eind vorige eeuw onderzochten LTO en Vrienden van het Platteland een aantal jaren achtereen het imago van boeren en tuinders. Ook toen gingen onveranderlijk de duimen omhoog.

Uitgesplitst naar stedelingen en niet-stedelingen vindt Kantar weinig verschil. Alom hecht men waarde aan het platteland en de daar (hard) werkende agrariërs. Verschil is er wel tussen ouderen en jongeren: hoe jonger hoe minder bekend de sector is. En dat gaat samen met een iets lager rapportcijfer.

Visserij lager gewaardeerd

Onbekend maakt onbemind, jawel. Dat blijkt ook uit de cijfers voor de visserij, gepeild onder dezelfde duizend Nederlanders. Veel minder ondervraagden verklaren enigszins of goed bekend te zijn met de visserij en het rapportcijfer is navenant lager: een 6,9 – op zich ook niet echt slecht.

Tuinder, opgepast voor onbekendheid

Een van de weinige zaken die de afgelopen tien jaar in de onderzoeken is veranderd, is dat de boer en de boerderij de belangrijkste associatie is (was 41%, is 49%) en minder vaak tuinders en kassen (van 16 naar 21%). Dat zou er op kunnen duiden dat er bij de Nederlander met de jaren een steeds ietsje meer stereotype beeld heerst, van die boer op zijn boerderij.

Voor de tuinbouw dus toch wel degelijk nog steeds werk aan de winkel, om ook de moderne tuinder in zijn moderne kas of in zijn moderne trekker op zijn moderne akker of in zijn moderne boomgaard bij de Nederlander tussen de oren te krijgen en houden. Nodig, want juist de tuinbouw heeft en houdt behoefte aan relatief veel mensen die er laag- én hooggeschoold werk willen komen doen.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin