Aardbeientelers overtraden wet niet bewust

Twee voormalige partners in een aardbeienbedrijf moeten € 16.000 boete betalen voor het tewerkstellen van vier Roemenen in 2013.

In dat jaar was voor de Roemenen nog een werkvergunning nodig. In deze zaak oordeelde de Inspectie SZW dat de Roemenen een werkvergunning nodig hadden, omdat van werknemers sprake was en niet van zelfstandigen. De uitkomst van het hoger beroep voor de Raad van State betekent een halvering van de oorspronkelijke boete.

De oudere aardbeientelers krijgen een matiging van de boete, omdat ze van de overtreding geen financieel voordeel hebben genoten, de vreemdelingen niet hebben uitgebuit, de wettelijke regels niet eerder hebben overtreden en de overtreding niet opzettelijk hebben begaan. Ze staan dan ook niet als malafide werkgever aangemerkt.

Geen sprake van recidivegevaar

De ondernemers hebben het aardbeienbedrijf in 2014 beëindigd wegens financiële problemen. De oorspronkelijke boete van € 32.000 zou betekenen dat de twee mannen tien jaar lang in financiële problemen zouden zitten door de afbetaling. Ook gezien de gevorderde leeftijd van de mannen is van recidivegevaar geen sprake, oordeelt de rechter.