Paprika geel

‘Met latere zaai kun je iets meer op snelheid telen’

Ronald van der Sande van kwekerij Brieljant in Brielle heeft een traditioneel driestengelsysteem met 6,8 stengels per vierkante meter. Op 13 december is geplant met het 29 oktober gezaaide gele ras DRP 2571. Die heeft hij voor het eerst. “Vorig jaar hadden we nog Stayer. Maar daar kwamen vanuit de handel wat klachten over anthocyaan-kleuring op de vrucht. En wij leveren direct aan de supermarkt. Dan moet je gaan uitleggen waarom .jouw paprika’s soms een bruine kont hebben.”

Keus voor kwaliteit
“We hebben ook een test gedaan onder eigen medewerkers. Die kozen ook heel bewust voor de gele vruchten zonder anthocyaan. Dan blijven zulke paprika’s in de winkelschappen ook liggen. Dan ga je je afvragen: Produceer je voor de consument, of voor de keurmeester? We hebben toen besloten om het ras te kiezen dat in testen binnen onze telersvereniging als beste scoorde op kwaliteit en houdbaarheid en Tm3-resistentie, en niet alleen maar voor de kilo’s te gaan.” Er was ook nog een alternatief ras beschikbaar, maar die vond Van der Sande  net niet lekker genoeg smaken voor een gele paprika.”

Zetting
De teelt verloopt goed, en de vruchtvorm is tot nu toe mooi. “Stayer was wel altijd een plant die altijd en heel regelmatig zette. Zelfs een net uitgebloeid bloemetje dat er wat minder uit zag, bleek er toch niet af te vallen, waardoor je een hogere plantbelasting hield.
Bij dit ras moet je iets meer sturen op zetting. Wat generatiever, met soms een wat lagere voornacht en iets meer CO2. Hij geeft ook makkelijker topgroei.”

Eerst fabriek maken
De wat latere zaai heeft het licht mee gehad, in tegenstelling tot collega’s met een vroege zaai. Dat had invloed op de eerste zetting. “Normaal hebben die 14 dagen voorsprong, mat dat is nu vaak nog maar een week.”
Van der Sande heeft in het vierde oksel de eerste zetting laten komen, wat bij 95 procent van de planten ook gelukt is. Daarbij heeft hij slechts 1 vrucht per tak aangehouden. “Om eerst voldoende fabriek neer te zetten. Dan kun je het tweede zetsel aanmaken met meer licht, waardoor je beter snelheid kunt houden. Februari kan nog best donker zijn. In dat geval moet je het bekopen als je vroeg te veel zetting hebt toegelaten.’
Na het schoonmaken van twee oksels mag het paprikagewas op het zevende blad opnieuw zetten. Begin week 8 zijn daar bij de voorlopers de eerste kleine vruchtjes te zien.

Iets meer op snelheid telen
Bij de temperatuurinstellingen houdt hij tot 22.00 uur een korte voornacht aan van 18 graden Celsius, om dan bij voldoende licht naar een nanacht van 19 graden te gaan. “Bij een latere zaaiing kun je iets meer op snelheid telen.” Overdag gaat hij naar 20 graden Celsius bij zonop. Deze temperatuur wordt rond 10.00 uur verhoogt naar 21 graden. “In de ochtend laten we het niet te warm worden, en luchten we op 23 graden. Vanaf 11.00 uur mag de temperatuur geleidelijk gaan oplopen. Ongeveer 4 uur voor zononder luchten we dan op 26 graden.”

Meer chelaten
Bij de watergift is te merken dat het kali-cijfer wat naar beneden gaat. “Dat is altijd zo rond deze periode. We hebben de kali-gift al wel verhoogd, maar dat had kennelijk nog vroeger gekund.”
Voor het eerst geeft hij naast de al gebruikelijke ijzerchelaten dit jaar ook koper, zink en mangaan als chelaat mee. Dat heb ik nooit gedaan, maar twee jaar geleden zag je wat mangaan-neerslag. Vorig jaar heb ik er al iets mee gedaan, maar dit jaar doen we in begin alles met chelaten. Ik heb drie cannetjes gekocht. Daarna gaan we weer met de gewone meststoffen verder.”
Hij geeft nu 2,8 EC mee. “Als hij straks heel hard gaat vreten, en de mat-EC komt onder die van het druppelwater, dan gaan we de voeding iets verhogen naar 3 EC.

Cucumeris als verzekering
Bij de gewasbescherming is gestart met vier rondjes Vertimec, waarna de biologie is uitgezet. In de even paden is dat swirskii, in de oneven cucumeris. In week 9 volgt een kwart Orius per vierkante meter. “De cucumeris dient als verzekering, voor als de Orius het even wat moeilijker aan kan. De swirskii heb ik vooral tegen eventuele problemen met wittevlieg.”
Zo gauw hij trips gaat zien, komt er nog een kwart Orius bij. “Vorig jaar hebben we het met die ene keer kunnen redden. Maar als het nodig is gaan we meer inzetten.” Tot nu toe is er bij het scouten nog geen trips waargenomen.
In november zijn al pitten van de wonderboom (Ricinus) gepoot, om daar degenerans op uit te kunnen zetten.

Zwavelen
Het zwavelen is ook weer begonnen, voor een paar uurtjes per nacht. “We hebben nog geen spint gevonden, anders ga ik wel even stoppen met zwavelen. Maar omdat we de vorige teelt schoon zijn geëindigd, verwacht ik spint pas later in april.”
Een eventueel later benodigde correctie voert hij uit met de spuitrobot. Daarmee kun je op tijd beginnen met licht corrigeren. Doordat je sneller ingrijpt, hoef je minder middel te gebruiken.”

Even rustiger
In week 7 is vrucht gedund. Na het eerst indraaien van de gele touwtjes en het daarna iets hoger vastzetten aan de witte touwtjes, is hij in week 8 het eerste rondje aan het doen waarbij bij alle touwtjes wordt ingedraaid. “We krijgen het nu even iets rustiger. De oplopende plantbelasting gaat iets meer trekken aan de plant.” De grofste paprika’s zijn eind week 8 net 55-ers. “Maar in een week tijd gebeurt er nu veel met een vrucht.”

Bron: Groenten & Fruit – Auteur: Peter Visser