“We proberen zo rustig mogelijk te telen om de galmijt wat af te remmen”, zegt Tom Vlaemynck van Tomato Masters in Deinze. De galmijt zit over de hele tuin, maar in het ras Foundation (7,3 ha) is het duidelijk minder dan in het ras Sevance (3,5 ha).
In juli heeft Vlaemynck daar zelfs 3.000 vierkante meter geruimd omdat het niet meer te beheersen was. Hij heeft er vleestomaten (Rebelski) gezet die via de Tomeco-groep worden afgezet bij veiling Hoogstraten. Half september is hij gestart met plukken. Op 25 september wordt de kop uit de plant gehaald en met Kerstmis worden de laatste tomaten geoogst.
Galmijt reageert op temperatuur
Galmijt blijft de grootste zorg voor Vlaemynck. Hij merkt duidelijk dat het weer invloed heeft op de populatieontwikkeling van de galmijt. “In een warme periode zie je het weer toenemen doordat ze zich sneller vermeerderen. Ik probeer het klimaat daarom zo koel mogelijk te houden.” Dat is wel schipperen. Want koel telen is niet gunstig voor het vruchtbehang dat toch al hoog is omdat de tomaten voor de speciale klanten rood geoogst worden. “We zitten bij Sevance op 165 vruchten per vierkante meter en bij Foundation op 130. Dat is best hoog voor de tijd van het jaar.”
‘Hoog plantbehang’
De dagtemperatuur is ingesteld op 19 graden en de nacht op 15 graden. Afhankelijk van het weer komt hij uit op een etmaaltemperatuur van 19 graden. In de ochtend staat er een minimum buis in van 50 graden en in de middag van 42 graden. “Maar bij regen haal ik die eruit omdat ik wil voorkomen dat de temperatuur oploopt bij de vrijwel dichte ramen.” Bij donker weer probeert hij de kastemperatuur onder 20 graden te houden, bij zon mag hij oplopen tot 24 à 25 graden. “Met zo’n hoog plantbehang is het belangrijk om er voldoende buis onder te hebben.” Hij doseert nu zoveel mogelijk CO2 om de tomaten goed te laten uitdikken. De wkk’s draaien gewoonlijk 15 uur per dag. “De eerste 4 trossen zijn grof zat, voor de laatste 4 is het nog te vroeg om te oordelen”, vertelde hij vorige week, toen hij op het punt stond naar China te vliegen.
Terug gekopt
De gewassen zijn op 22 juli terug gekopt. In de diffuse kas zijn Sevance en Foundation terug gegaan van 4,12 naar 3,8 stengels per vierkante meter. In de kas met helder glas, met alleen Foundation, is de stengeldichtheid van 3,8 naar 3,3 per vierkante meter gegaan. De trossen van Foundation worden sinds 5 juni op 5 gesnoeid, maar de laatste 3 of 4 komen weer op 6 vruchten te staan. Sevance houdt steeds 6 vruchten per tros.
Kwaliteit weer goed
Om de galmijt eronder te houden wordt om de 5 dagen met zwavel gespoten. “Dat kost productie omdat de zetting trager gaat. Ik hoopte met Sevance de productie van Foundation te halen, maar we liggen nu al 3 tot 4 kilo achter.” De kwaliteit is, behalve in de sterk aangetaste hoeken, goed. “We hadden in de laatste weken van augustus wat onvolledige trossen door het hete weer bij de zetting. Maar nu is de kwaliteit gewoon weer goed.”
Macrolophus corrigeren niet nodig
Hij werkt nu naar de laatste zetting toe. Wekelijks wordt er een blaadje uit de kop gehaald. Behalve de galmijt zitten er weinig plagen in het gewas. We hebben een keer Xentari gespoten tegen rupsen en in de gevelrijen Borneo tegen spint.” De zwavelbespuitingen leiden ook niet tot problemen bij de natuurlijke vijanden. “Je ziet wel minder Macrolophus dan andere jaren, maar dat is niet erg. Anders moesten we ze meestal corrigeren, maar nu houdt de zwavel ze onder de duim.”
Auteur: Gerard Boonekamp