Een paar weken geleden was ik even in eigen land en bezocht ik een vergadering van mijn telersvereniging FrisKom. Wat een rijkdom, dat dit bestaat. In voormalige Sovjetlanden houden bedrijven teeltkennis strikt voor zichzelf.
We realiseren ons niet eens welke mogelijkheden wij hebben. Vroeger bezocht ik graag de studieclubavonden en nam deel aan excursiegroepen van LTO. Helaas behoren deze activiteiten tot het verleden. FrisKom probeert dit gat op te vullen. Met onderwerpen die iedereen raken, kun je op een bijeenkomst discussiëren met collega’s of met uitgenodigde specialisten. De avond, enkele weken geleden, was goed bezocht en de inbreng was uitstekend.
Kennis niet gedeeld in Kazachstan en Rusland
In Kazachstan en in Rusland bestaat dit niet. Bedrijven houden kennis zorgvuldig voor zichzelf. Internationaal werkende bedrijven als Grodan, Rijk Zwaan en Delphy proberen wel om de kennisuitwisseling te verbeteren, met seminars. De belangstelling is groot, maar verder dan luisteren en vragen stellen komt men niet. Niet dat de mensen van de werkvloer dat niet willen, maar het management verbiedt het om naar buiten te treden.
Voormalig communistische landen vrezen concurrentie
Eigenlijk vreemd voor post-Sovjetlanden. Het principe van communisme was toch juist om alles te delen? Deze reactie is ingegeven door angst voor concurrentie.
Tuinbouw onterecht op één lijn gesteld met industrie
De gedachtenfout is dat tuinbouw vergeleken wordt met industriële productie. Wij werken samen met de natuur. De natuur neemt en geeft en is continu in beweging. Het is de kunst om de natuur zoveel mogelijk te laten geven. Om dit te bereiken zal je individueel nooit het maximale halen.
Vele jaren geleden hebben wij dit al uitgevonden. Laten we het koesteren en verder ontwikkelen. De schaalgrootte en het kostenniveau blijven stijgen en daarmee de risico’s. Ontwikkelingen op de voet volgen wordt steeds belangrijker. Systemen om kennis te delen zullen in de toekomst een grote rol gaan spelen. De wereldbevolking blijft groeien en wij zijn degenen die voor voedsel moeten zorgen.
De schaalgrootte en het kostenniveau blijven stijgen en daarmee de risico’s. Ontwikkelingen op de voet volgen wordt steeds belangrijker.