Biologische teelt

‘Ik sta er van te kijken hoe krachtig het gewas terug kwam’

Jeroen van Leeuwen in Lepelstraat heeft bij zijn tomaten wat trager geoogst, met oog op de verminderde marktvraag na de Ehec-berichtgeving. “Al blijven we er wel goed op letten dat we altijd vers product blijven leveren, en geen oude vruchten.” De iets vertraagde oogst heeft invloed op de gewasgroei. “Je kunt aan de kop wel zien dat hij het zwaarder heeft.”

Botrytis
In de voornacht houdt hij een stooktemperatuur aan van 16 graden Celsius, gevolgd door een nanacht van 17,5 graden. Om 23.00 uur begint hij op te stoken naar 19 graden Celsius, wat later op de dag doorloopt naar 23,5 graden. De ventilatie-lijn staat hier iets boven ingesteld.
“We hebben wel wat afbouw, zodat we snel kunnen luchten en makkelijk vocht kwijt kunnen raken. We hebben een periode wat Botrytis gehad. Dat is weer weggegaan, maar daarna toch weer teruggekomen. Dat blijft dus de aandacht houden.”
Met de trossnoei is hij net terug gegaan naar 5 vruchten per tros. “Over een paar weken kijken we wel weer of we weer met een paar trossen naar 6 kunnen gaan.”
Bij de plagen begint wittevlieg op te komen. Maar de Macrolophus doet goed zijn best. Ik weet niet of hij het bij kan houden, maar hij gaat ook massaal op een spinthoekje af.”

Luis
Na eerdere problemen in de paprika met luis, is deze plaag nu weer onder controle. Dat is echter niet zonder schade gegaan. “De planten stonden helemaal leeg. Er zat geen blad meer aan. We hebben er toen ook alle vruchten afgehaald.”
Inmiddels heeft het gewas zich weer hersteld. “Ik sta er van te kijken hoe krachtig dat terug kwam. De slechtste 20 procent hadden we voor de zekerheid geruimd en vervangen door tomaten, maar achteraf hadden we daar de paprikaplanten denk ik ook wel kunnen laten staan.” Begin week 25 begint hij de eerste groene paprika’s weer te oogsten van het herstelde gewas.

Veel schermen
Omdat hij snel weer gewas wilde hebben, is er voorzichtig getopt. Er zijn flink hoge etmaaltemperaturen (22 tot 23 graden Celsius) aangehouden voor het gewas. “Ook om geen knoperige en platte vruchten te krijgen. Daarbij schermen we heel veel, om voldoende vocht te houden en om niet in de neusrot te lopen.” Regelmatig wordt het vocht met de regenleiding op peil gehouden.
De luis kreeg in het kale gewas niets meer te eten, waardoor de plaag beheersbaar werd. De biologie moest echter ook weer helemaal opnieuw opgebouwd worden. “Al zie je ook spontaan larven van lieveheersbeestjes. Die hebben kennelijk toch ergens in een hoekje gezeten en het overleefd.”

Bron: Groenten & Fruit actueel – Auteur: Peter Visser