Vollegrondsaardbeien brengen minder op dan aardbeien van andere teelten. Is dat een probleem? Het gaat immers ook over de kostprijs. Delphy-deskundige Adri Streef bekeek diverse teeltvormen door een bedrijfseconomische bril. Hij illustreert dit met saldo- en kostprijsberekeningen. Dit zijn uiteraard voorbeelden, want voor elke ondernemer zijn de posten en kosten, beschikbaarheid van arbeid, teeltomstandigheden en opbrengsten verschillend.
De getoonde berekeningen kunnen wel de aanzet zijn om zelf nadrukkelijker in de cijfers achter een teelt te duiken, aldus Streef. “Dat is dan ook mijn advies: reken voor jezelf regelmatig uit hoe het saldo en het bedrijfsresultaat zich ontwikkelen. Aan de hand daarvan kun je afwegen of en waar de bedrijfsvoering anders zou moeten.”
In het artikel dat vandaag in Groenten & Fruit is verschenen, wordt met rode cijferaanduidingen verwezen naar de berekeningen. Deze berekeningen staan hieronder vermeld.
- Stellingen: saldo per vierkante meter. Voorjaarsteelt met wachtbedplanten, najaarsteelt met trayplanten;
- Stellingen: saldo minus arbeidskosten per vierkante meter. Voorjaarsteelt met wachtbedplanten, najaarsteelt met trayplanten;
- Stelling met kasgoten: totale investering per hectare en jaarkosten (zie onderstaand document);
- Stelling met getrokken goot onder hoge kap: totale investering per hectare;
- Hangende goten onder regenkap: totale investering per hectare;
- Verdiensten minus alle kosten per vierkante meter voor stelling met kasgoot, voor stelling met getrokken goot onder hoge kap en voor hangende goot onder regenkap (zie onderstaand document);
- Stelling met kasgoten, voorjaar met wachtbedplanten, najaar met trayplanten. Kostprijs per kilo;
- Vollegrond kostprijs;
- Doordragers op stellingen kostprijs;
- Berekening break-even-prijs;
- Stellingen: voorjaarsteelt met trayplanten, najaarsteelt met trayplanten: saldo minus arbeid per vierkante meter (zie onderstaand document).