KWIN: glastuinder verdient te weinig

Dat staat in de nieuwe Kwantitatieve Informatie voor de Glastuinbouw (KWIN). Vandaag brengt Wageningen UR Glastuinbouw de KWIN voor de 25ste keer uit. In deze versie zijn gegevens opgenomen over het verloop van de arealen van de verschillende teelten, richtprijzen voor de bedrijfsuitrusting en voor de belangrijkste gewassen een berekening van de opbrengsten, kosten en het bedrijfsresultaat.

De cijfers laten zien dat de in 2011 ingezette afname van het totale glasareaal tot duidelijk onder de 10 duizend hectare doorzet. Het areaal bestaat voor 69% uit bedrijven groter dan 3 hectare en 53% groter dan 5 hectare. Het aantal bedrijven is sinds 2000 met 70% afgenomen en nu bezit 21% van de nog 4190 bedrijven, 69% van het glastuinbouwareaal.

Illustratie: KWIN/WUR

Het groente areaal neemt af sinds 2012. Het areaal tomaat groeide echter in de periode 2000 tot 2013 met maar liefst 56%. Met name de arealen tros en cherry tomaat zijn in die periode verdubbeld en ten koste van de groep vlees- en ronde tomaat. Tot 2010 groeide het areaal paprika met 22% ten opzichte van 2000; sindsdien is het areaal weer 17% afgenomen. Het aandeel groen is afgenomen ten gunste van rood.

Onvoldoende rendement om te investeren

Bij verschillende teelten ligt ondanks de lagere energiekosten de gemiddelde bedrijfseconomische kostprijs boven de gerealiseerde verkoopprijs. Voor die kostprijs is een berekening gemaakt van de productie kosten en het aandeel van de vaste kosten. Deze kosten zijn toegerekend aan de aanvoer in de betreffende aanvoer periode.

Deze berekende kostprijs is maar net genoeg om alle kosten vergoed te hebben. Van winst is echter geen sprake. De huidige kosten-opbrengstenverhouding is volgens Wageningen UR Glastuinbouw voor de gemiddelde glastuinder onvoldoende om te kunnen investeren in de toekomst van het bedrijf.