Doorgaan naar artikel

150 miljoen euro innovatiesubsidie voor land- en tuinbouw

Ook tuinders kunnen gebruik maken van de innovatiesubsidies uit POP3 die provincies en Rijk te bieden hebben: in het onderdeel innovatie van het Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 gaat zo’n 150 miljoen euro om. Kees Anker op het Regiebureau POP legt uit hoe dit geld aan de boer en tuinder ten goede kan komen.

De werkplek van Kees Anker ademt alles behalve plattelandsheid. Het Regiebureau POP van het ministerie van Economische Zaken en de 12 provincies zetelt midden in Utrecht, met uitzicht op de hogere gebouwen van de  binnenstad en de nog hogere kantoren rond Centraal Station. Toch weten mensen met ideeën Anker en zijn collega’s bij de Network Support Unit te vinden. Nog weinig uit de tuinbouw. Terwijl dat kantoor in Utrecht toch kan helpen om toegang te krijgen tot een subsidieschatkamer met daarin in totaal maar liefst €1,4 miljard.

€1,4 miljárd?

“Dat is het budget van het volledige Plattelands Ontwikkeling Programma voor Nederland tot en met 2020. Daar kunnen boeren en tuinders geld uit krijgen voor onder meer de thema’s Innovatie en Water. Ook voor tuinders heel toepasselijk. Voor Innovatie is circa€150 miljoen euro beschikbaar, ook voor de tuinbouw.”

Bij innovatie gaat het onder andere over samenwerking bij innovatie. Als je met een idee rondloopt of met een probleem zit, kun je subsidie krijgen om met anderen dit idee uit te werken of oplossingen voor een probleem uit te proberen.

[([002_268_rb-image-2759984.jpeg])]

Kees Anker:”Het gaat hier om samenwerkingsverbanden met ten minste één tuinder of één boer als deelnemer. Het hele samenwerkingsverband noemen we een Operationele Groep, met naast minimaal die ene agrarische ondernemer ook andere bedrijven in de keten en vaak ook adviseurs en onderzoekers.”

Noord-Brabant bijt spits af

“Een eerste tender voor het aanjagen van innovaties was opengesteld door de provincie Noord-Brabant. Anders dan de voorgaande twee POP’s gaat POP 3 namelijk niet via het Rijk, maar via de provincies. Dat maakt plattelandsontwikkeling als geheel misschien niet overzichtelijker, maar de provincie is wel weer wat dichterbij voor de tuinder.”

In totaal heeft Noord-Brabant eind 2015 drie tenders geopend. Deze gaan over investeringen in precisiebemesting, over kennisverspreiding water en over het realiseren van een innovaties op een testfaciliteit. Een tuinder of groep tuinders die een aansprekend projectvoorstel klaar heeft liggen op één van die drie thema’s kon dat indienen. Maar wie daar nu pas over leest, die is natuurlijk te laat in Noord-Brabant. Maar andere provincies zijn bezig met openstellingen. De komende jaren volgen er vele. Een projectvoorstel moet aan allerlei formele eisen voldoen en verder worden alleen de beste voorstellen gesubsidieerd.

“Het is zaak dat áls je een idee hebt voor een innovatie, hetzij technisch of teelttechnisch, hetzij op gebied van markt en afzet, dat je dan op tijd bij je provincie aanklopt met de vraag of dat misschien in een van de komende openstellingen past. En ook is het wel zo verstandig om op tijd partners te gaan zoeken. Zowel projectinhoudelijk, als voor het correct indienen van een strakke aanvraag. Partijen als DLV Plant – of Delphy zoals ze tegenwoordig heten – of LTO Glaskracht of de bekende accountants- en advieskantoren hebben daar hun mensen voor. Er zijn ook provincies die kijken naar de mogelijkheid om met vouchers de kosten voor het maken van een goede aanvraag voor te financieren.”

Waarom die weg langs de provincie?

“Heel simpel, om tot 1,4 miljard euro te komen moet de Nederlandse overheid 700 miljoen euro leggen naast nog eens 700 miljoen euro uit Brussel. In overleg tussen de het ministerie van Economische Zaken en de provincies is afgesproken dat de provincies de POP3 regelingen gaan uitvoeren. De provincies zien dit als een kans om voor heel de land- en tuinbouw – toch twee van de negen topsectoren in Nederland – een belangrijke partner te worden.”

Voor de tuinder is de provincie dan misschien wel dichterbij, maar je kunt ook pech hebben als ze niet met tenders komen die jou passen. Wat als jouw provincie nou net alleen maar tenders bedenkt die met dierhouderij te maken hebben. Of met open teelten terwijl jij glastuinder bent.

Anker: “Je kunt dan bijvoorbeeld aanhaken bij een Operationele Groep in een andere provincie, als daar wél een tender wordt opengesteld die precies past bij innovatieplannen waar jij mee aan de slag wilt. De meeste provincies hebben geen bezwaar tegen een deelnemer uit een andere regio.”

Innovatieve korte ketens

“Vanuit de overheden wordt met het oog op duurzaamheid positief gekeken naar korte ketens: consumenten gaan bewuster om met hun voedsel, boeren en tuinders krijgen een impuls om duurzamer te produceren. Bovendien kunnen die korte afzetketens nieuwe verdienmodellen opleveren. Duurzame ontwikkeling en verbetering van de concurrentiekracht van ondernemers op het platteland zijn feitelijk de twee belangrijkste doelen van de zogenaamde tweede pijler van het Europees landbouwbeleid. Alleen ondersteuning van het uitproberen van een innovatieve korte keten met POP3-geld is mogelijk.”

Maar wanneer ben je met zo’n initiatief ook echt vernieuwend genoeg? Want dat is voor de categorie Innovatie wel een belangrijk selectiecriterium om in een tender boven te komen drijven.

“Dat is altijd een belangrijke vraag voordat je aan iets nieuws begint: is het echt wel níéuw? Als je een maaltijdbox in de markt wilt gaan zetten samen met een aantal collega-boeren en -tuinders in de buurt, dan is dat op zich natuurlijk niet nieuw. Daar moet je een nieuwe draai aan geven, bijvoorbeeld in de manier van distribueren of de manier waarop mensen kunnen bestellen. Net even anders dan anders is bijvoorbeeld herenboeren.nl. Dat is een coöperatie niet van agrariërs die direct consumenten wil bereiken, maar van huishoudens die dichtbij een boer ‘in dienst nemen’ om hun producten te maken.

Tuinder zichtbaar in  innovatieland

Anker: “We krijgen met enige regelmaat telefoontjes. Maar die gaan heel vaak over akkerbouw en veehouderij. Met dit innovatieprogramma verwacht ik wel dat ook dat de tuinbouw kansen zal ruiken. Mijn collega Annemiek Canjels is goed thuis in de tuinbouw en ook nationaal coördinator EIP-Agri. Het is zaak voor de tuinders om zichtbaar te zijn voor de bekende spelers in innovatieland. Dat zijn de al genoemde adviseurs, de belangenorganisaties, de proefstations en de op vernieuwing gerichte toeleverende bedrijven. Natuurlijk ook bij de bekende innovatieve collega-tuinders en je eigen afzetorganisatie. En dus bij je provincie.

Europees Innovatie Programma

Kees Anker is nationaal coördinator EIP-Agri. EIP staat voor Europees Innovatie Programma. Dit maakt maken deel uit van een nieuwe aanpak van de Europese Commissie, met als doel te zorgen dat nieuw onderzoek wordt gedreven door uitdagingen uit de praktijk. In het kader van EIP kunnen Operationele Groepen worden opgericht van boeren, ondernemers en andere partijen uit de agrosector, die samen bijvoorbeeld pilots praktijkproeven doen of demonstratieprojecten uitvoeren om innovaties te ontwikkelen. In Europa zullen in de komende jaren zo’n 4000 innovaties worden ontwikkeld door Operationele Groepen. Het is van groot belang dat al die innovaties en kennis actief worden gedeeld. Het EIP-Agri maakt deel uit van het Plattelands Ontwikkelings Programma (POP3), dat weer deel uitmaakt van de Pijler 2 van het Europees landbouwbeleid. De in de tuinbouw veel bekendere GMO Groente & Fruit maakt deel uit van Pijler 1.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin