De biologische sector worstelt met het spuiten van koper. De regels zitten ook in de weg.
Biologische aardappeltelers spoten dit jaar vaak de bladmeststof koperoxychloride in hoge doseringen om phytophthora te bestrijden. Koper mag in Nederland worden ingezet als bladmeststof, maar niet als bestrijdingsmiddel.
‘Principiëlen en commerciëlen’
In de biologische sector is nu een discussie losgebarsten tussen de ‘principiëlen’ en de ‘commerciëlen’ over de vraag of koper spuiten de komende jaren nog wel kan. De discussie voert overigens verder dan alleen koper. De laatste jaren zijn er diverse ‘groene’ middelen bijgekomen, chemisch bereide preparaten op basis van een natuurlijke oorsprong. De consument associeert biologisch met 100% onbespoten. Maar volgens de wet is spuiten van ‘groene’ middelen in de biologische sector toegestaan.
Schuift biologisch daarmee niet te veel op naar gangbaar? “Dat is een vraag die we als biosector moeten beantwoorden”, vindt Douwe Monsma van Biohuis, de vereniging van biologische boeren. Hij noemt het een lastig dilemma. “De manier waarop kopergebruik door biotelers in de media is gekomen, vind ik niet zo geweldig, maar achteraf is het misschien wel goed dat dit is gebeurd. Nu kunnen we deze problematiek als sector in alle openheid bespreken.”
Foto: Ronald Hissink
Wetcit leek alternatief voor koperoxychloride
Het middel Wetcit van het Amerikaanse Oro Agri leek dit jaar even een serieus milieuvriendelijk alternatief voor koperoxychloride te worden. In Duitsland is Wetcit door diverse biologische certificeringsinstanties toegestaan als biologisch bestrijdingsmiddel. Wetcit is een hulpstof op basis van sinaasappelolie. In hogere doseringen heeft het een schimmeldodend effect op phytophthora. Skal keurde Wetcit echter af. Sinaasappelolie is een natuurlijk product, maar het product bevat ook het chemische ingrediënt alcoholethoxylaat. Duitsland beoordeelt alleen de werkzame stof; Nederland kijkt ook naar de gebruikte hulpstoffen.
Resistente aardappelrassen
Voor de toekomst zijn volgens alle partijen resistente aardappelrassen een oplossing. Onlangs sloot de biosector met de retail een convenant dat kwekers voldoende goede, nieuwe resistente rassen moeten kweken en dat de retail deze gaat vermarkten. De rassen Carolus en Alouette van Agrico zijn voorbeelden van resistente rassen die inmiddels met succes in de markt zijn gezet, zegt Peter Dijk, manager consumptieaardappelen bij Agrico. Albert Heijn verkoopt sinds anderhalf jaar Carolus als specifieke bio-aardappel. Het aandeel resistente rassen groeit langzaam. Circa 25% van het biologisch tafelaardappelsegment van Agrico bestaat nu uit resistente rassen. Dat dit niet sneller opschaalt ligt niet zozeer aan een gebrek aan vraag, maar aan de opschaling van de pootgoedteelt. Die kost naar schatting minstens vijf jaar.