Uit een meerjarige bemestingsproef van het Belgische onderzoeks- en adviescentrum Inagro blijkt dat het effect van organische bemesting pas na 12 jaar tot uiting komt. De meest opvallende proefresultaten van 12 jaar onderzoek op een rijtje.
Inagro voert sinds 2003 een meerjarige bemestingsproef uit op het biologisch proefbedrijf in het Belgische Beitem. In deze proef wordt het effect van verschillende bemestingsstrategieën op zowel bodemkwaliteit als gewasopbrengst onderzocht. In de proef is een aantal praktijkgerichte bemestingsstrategieën met stalmest, drijfmest of compost vergeleken in een vaste biologische groenteteeltrotatie. In de verschillende objecten is sprake van verschil in de organische stof aanvoer. De teeltrotatie bestaat uit: prei, peen, zomertarwe met onderzaai klaver, kool, aardappel en éénjarige grasklaver.
Effect op koolstofgehalte
Vooral groencompost zorgt voor een toename van het organische koolstofgehalte in de bodem. CMC-compost en stalmest zorgen voor een licht stijgend koolstofgehalte. Het organisch koolstofgehalte in het object met alleen drijfmest en handelsmeststoffen steeg niet.
Groencompost geeft meer bodemleven
Uit de proef blijkt verder dat in het object met groencompost, een hoger organische stofgehalte in de bodem een bijdrage levert aan meer bodemleven. Daarnaast vertoont het een stabielere gewasopbrengst bij een lagere dosis toegediende werkzame stikstof en minder risico op nitraatuitspoeling.
Fosforgehalte blijft stabiel
De ontwikkeling van het fosforgehalte in de bodem was voor alle objecten stabiel tot licht dalend en onafhankelijk van de hoeveelheid fosfor die jaarlijks werd aangevoerd via organische bemesting.
Bekijk hieronder het complete rapport van 2 pagina’s.