Soms bekruipt me het gevoel dat de werknemer in Nederland heilig is verklaard.
Zijn status is beschermd, ontslagversoepeling is vloeken in de kerk en iedere baas kijkt wel uit om tijdens het jaarlijkse functioneringsgesprek echt te vertellen wat hij van de prestaties en het gedrag van de werknemer vindt.
Ook bij de rechterlijke macht kan de werknemer geen kwaad doen. Ik heb een keer in de rechtszaal gestaan omdat ik een medewerker wilde ontslaan en die moest van de rechter een grote zak met geld meekrijgen omdat er onvoldoende dossieropbouw was. De volgende keer dat ik daar stond voor een andere medewerker waar al jaren geen goed garen mee was te spinnen, kon ik een goed doortimmerd dossier overleggen. Maar ook de zakken van deze medewerker moesten vol met geld gestopt worden omdat ik “alleen maar aan dossieropbouw had gedaan om van de medewerker af te komen”, zo oordeelde de rechter.
Lust u nog peultjes?
Onlangs is er weer eens een onderzoek gedaan naar wat medewerkers van hun baas vinden. Dit keer door Monsterboard.nl. De uitkomst? “Twee derde van de Nederlandse werknemers vindt zichzelf beter dan de baas. Meer dan een kwart vindt de baas zelfs compleet ongeschikt.” De werknemer blijkt behalve heilig dus ook nog eens bijzonder ingenomen met zichzelf.
In commentaren van de media op dat soort enquêtes is er altijd een ondertoon van “het blijft behelpen met de leidinggevenden in Nederland.” We verwachten ook niets anders meer.
Mijn opvatting? Er zijn goede en slechte bazen en er zijn goede en slechte medewerkers. Maar laten vooral niet doen alsof de medewerker altijd het gelijk aan zijn kant heeft.