Kwaliteit residutests binnen EU verschilt fors

De kwaliteit van residu-onderzoek verschilt fors tussen landen. Toch vergelijkt de EU-dienst EFSA landen op residuscores.

Gemiddeld in de EU werd in 2014 op 212 verschillende pesticides gezocht bij een onderzoek op een voedingsmonster (een stijging van 6%). In Nederland ligt dat aantal op 257, in Spanje op 114. Dat blijkt uit het 2014 EU Report on Pesticide Residues van de Europese dienst EFSA. Nederland blijft daarin nog iets achter bij Ierland (321 pesticides), Luxemburg (305), maar ook Duitsland (276) en vrijwel op hetzelfde peil als België.

Achterhoede

Spanje bevindt zich daarmee net voor de achterhoede van Litouwen, IJsland, Bulgarije en Italië (109 pesticides). Ook voor het aantal monsters per 100.000 inwoners zijn er forse verschillen tussen de EU-landen. Kleine landen kiezen vaak voor een groter aantal monsters, zo lijkt het.

Nederland wordt niet genoemd in de groep landen waarvan het vaakst residuvrije producten worden aangetroffen. Het gaat dan om landen als Litouwen, IJsland, Kroatië en Roemenië. Deze landen hebben vaak echter een beperkter onderzoek naar minder pesticides. De EFSA beschrijft daarvan echter niet het effect.

Residuvrij

Wel noemt EFSA landen als Malta, Polen, Griekenland en Frankrijk waar relatief vaak overschrijdingen van normen voor residuen zijn gevonden door eigen controlediensten of andere EU-landen.

Van de 1.245 perenmonsters die de Europese voedselautoriteit EFSA in 2014 in haar onderzoek meenam, was 25% residuvrij. Bij komkommers is de helft residuvrij. Voor spinazie bleek het percentage residuvrij op 62 uit te komen. Het percentage product met gehaltes boven de residunorm varieert van 1 tot enkele.