Een verdachte heeft tien maanden celstraf gekregen voor zijn rol in een hennepkwekerij, verscholen achter een peperkwekerij.
Het Gerechtshof Den Haag stelt evenwel dat de verdachte zeer waarschijnlijk niet de hoogste baas is achter de kwekerij. Deze is niet in beeld gekomen in het onderzoek dat sinds augustus 2011 liep.
De verdachte heeft wel een actieve rol gespeeld in de kwekerij, oordeelt de rechter. Hij was zelf bij het eerste contact voor de huur van de kassen in Roelofarendsveen. Ook is hij door getuigen bij een groentenhandelaar herkend als verkoper van pepers. De eigenaar van de kassen is in het onderzoek niet als verdachte aangemerkt.
De hennepkwekerij werd achter een verduisteringsdoek gescheiden van de peperkwekerij. De geur van de hennepkwekerij was te ruiken tussen de peperplanten. Ook zijn stekken aangetroffen in de koeling tussen de peperplanten. De werkneemster (Bulgaarse knipsters) zijn werkzaam geweest in beide delen van het bedrijf, dus de verdachte moet weet hebben gehad van de hennepkwekerij, stelt de rechter.
Hij wees van de hand dat na de inval te snel hennepstekken zijn vernietigd. Daardoor zou volgens de verdediging niet meer kunnen worden vastgesteld dat het niet softdrugs ging, maar de rechter stelt dat het onderzoeksteam uit ervaren softdrugsexperts bestaat en dat zij aan de vorm en geur van de planten konden afleiden dat het om hennep ging voor de productie van softdrugs.