Enkele minder goede zaadpartijen van het spruitkoolras Abacus hebben dit voorjaar in de opkweek geleid tot uitval en afwijkende planten. Dit leidde tot klachten bij telers. Volgens zaadfirma Syngenta is probleem tijdig onderkend en zijn partijen met achterblijvende kiempercentages gecompenseerd met extra zaden.
Enkele telers hebben via hun plantenkwekers gemeld niet tevreden te zijn: planten uit de afwijkende zaadpartijen zijn door zaken als hartloosheid en achterblijvende groei volgens hen ongeschikt voor een acceptabele productie, of bleken ongeschikt voor machinaal planten. Dat leidde tot extra kosten voor handmatig inboeten.
Plantenkwekers op hun beurt zitten tussen twee vuren, wordt bij monde van een van hen duidelijk: “Klanten geven aan het aantal planten te hebben ontvangen zoals besteld, maar regelmatig met de kanttekening dat ze die planten liever niet hadden gehad. Niet alleen telers hebben echter extra kosten gemaakt, wij ook: aan de extra trays met planten, en aan zaken als extra gewasbescherming en arbeid en dergelijke.” Dat Naktuinbouw verder niet zo veel kan doen, wordt ook duidelijk, “zij kijken vooral naar het kiempercentage.”
‘We handelen het af’
Volgens Benelux-Account Manager van Syngenta Guido de Wit is het zaadbedrijf in gesprek met plantenkwekers die met de genoemde problemen werden geconfronteerd. “Op de eerste plaats gaat het erom dat telers in alle gevallen het aantal planten heeft ontvangen, zoals dat is besteld. Waar dat gepaard is gegaan met extra opkweekkosten, hebben we dat afgehandeld, of gaan we dat afhandelen.”
‘Ze snappen het niet’
Aad Vis in Arum (Friesland) is een van de telers die meldt slechte Abacus-planten te hebben ontvangen. Volgens hem werd tijdens het uitplanten duidelijk dat in iedere tray minstens 60 planten ontbraken, en dat van de overblijvers een groot aantal te klein of afwijkend was. “Zowel bij de plantenkweker als bij het zaadbedrijf snappen ze blijkbaar niet hoe groot het probleem voor ons is. Ze leggen de bal bij elkaar neer en draaien vooral hun kont eruit. En wij staan met de rug tegen de muur.”