Spaanse coöperaties geven de voorkeur aan samenwerken in de afzet, in plaats van te fuseren. Dat zegt Agustín Herrero, algemeen directeur van de overkoepelende organisatie van coöperaties in Spanje, in een interview met EFEAGRO. Daarin benadrukt hij dat grotere afzetorganisaties noodzakelijk zijn om tegenwicht te bieden aan de Europese retailorganisaties.
Spanje kent veel kleine coöperaties, binnen maar vooral buiten de groenten en fruitsector, zoals de olijven, amandelen en citrus. Het reduceren daarvan valt niet mee, merkt Herrero op. “Het laten verdwijnen van coöperaties stuit op veel weerstand, om sociale, historische of de geografische redenen. Fusies zijn zeer complexe processen. Ik vind het interessanter om samen te werken in de afzet en volume te integreren, met stabiele en betrouwbare overeenkomsten op lange termijn tussen partijen”.
Groter en sterker
Volgens Herrero beschikt Spanje over sectoren die sterk op internationale markten zijn georiënteerd en die werken met afnemers die een groot inkoopvolume vertegenwoordigen. Deze verlangen grotere en sterkere coöperaties.
Vorig jaar creëerde de overheid de mogelijkheid om coöperaties met een nationale dekking te creëren en maakte daarvoor financiële middelen vrij. Herrero is terughoudend over de kans van slagen van grote coöperaties die in meerdere Spaanse deelstaten actief zijn: “Het zijn complexe processen en totdat er concrete resultaten zijn houd ik me beter op de vlakte”.
Nationaal versus regionaal
Tot op heden zijn er drie van dit soort nationaal dekkende coöperaties door de overheid erkend: Ovispain (schapenvlees,-producten), Dcoop (olijfolie) en Grupo AN (onder meer groenten en fruit). Opvallend genoeg was het aannemen van nationale wetgeving ter bevordering van de schaalgrootte van coöperaties reden om op regionaal niveau ook initiatieven te nemen die juist een regionaal karakter hebben. Hiermee worden de verhoudingen tussen de Spaanse centrale en deelstaatregeringen goed gekarakteriseerd.