Doorgaan naar artikel

‘Topsectorgeld beter besteed, maar snoei organisatie’

Bedrijfsleven en kennisinstellingen doen steeds meer aan toegepast onderzoek om zo een toeslag (TKI) van de overheid te verkrijgen.

De uitwerking van het topsectorenbeleid is daarmee positief, maar de organisatie waarbij elke topsector een eigen club heeft voor uitvoering van de regeling kan veel eenduidiger en simpeler. Dat zijn conclusies uit onderzoek naar effectiviteit van die toeslag van de overheid op onderzoek.

Elke Topsector (ook Tuinbouw en uitgangsmateriaal) kent een eigen uitvoeringsbureau (TKI) om de TKI-toeslag in te zetten. Hiertoe stellen de TKI’s samen met hun achterban de zogenaamde TKI-programma’s op. Dat leidt tot een complexe en ondoorzichtige kluwe bureaus. Daarnaast bestaan immers ook nog topteams. Onderzoekers van Dialogic adviseren – na onderzoek in opdracht van het ministerie van EZ – de administratieve kant van de regeling te laten toekomen aan RVO, dat al veel overheidsregelingen uitvoert. De sectorbureautjes (TKI) kunnen zich dan vooral bezig houden met het opstellen van agenda’s en het toekennen van de gelden.

500 miljoen

Bij de start van het Topsectorenbeleid was de doelstelling dat in 2015 tenminste € 500 mln. aan gezamenlijke publiek-private investeringen in de TKI’s zouden omgaan, waarvan 40% privaat. Die doelstelling is nu al ruim gehaald.

Uit het onderzoek blijkt dat in tuinbouw en uitgangsmateriaal het onderzoek voor het belangrijkste deel terecht komt bij DLO (Wageningen UR) en andere universiteiten. Voor uitgangsmateriaal gaat het om een groei van 24 (2014) naar 55 (2015) lopende projecten en een overheidstoeslag (TKI) van 10,6 (2014) miljoen euro naar 27,1 miljoen euro in 2015. De onderzoekers stellen voor de toeslag te verhogen om de regeling nog aantrekkelijker te maken.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin