Jaap van Wenum (45) stopt per 1 januari als senior beleidsadviseur plantgezondheid bij LTO Nederland. Na 11 jaar werken bij LTO is hij toe aan iets nieuws.
Jaap van Wenum werkt bijna 12 jaar voor LTO Nederland, waarvan de afgelopen acht jaar als senior beleidsadviseur plantgezondheid. Door zijn expertise is hij een autoriteit op zijn vakgebied. Per 1 januari heeft hij ontslag genomen. Opvolger wordt Annemarie Breukers, afkomstig van het LEI. Zij start per 1 maart.
Waarom stopt u ermee?
‘Voor mijn gevoel was het tijd voor iets anders. Ik had alles al eens meegemaakt. Ook voor de functie was het denk ik goed dat een ander het eens ging doen met een frisse blik. Ik ben niet te beroerd zelf die knoop door te hakken. Ik had niet genoeg uitdaging meer in mijn werk bij LTO. Natuurlijk zijn er nog voldoende uitdagingen voor de sector, maar dat mag een ander gaan oppakken. Met Annemarie Breukers heeft LTO Nederland daar een goede aan.’
Wat gaat u na 1 januari doen?
‘Daar kan ik nog weinig over zeggen. Het is nu nog te vroeg om daar over uit te weiden, maar ik blijf in ieder geval boer. Ik heb nog een klein akkerbouwbedrijf van zo’n 30 hectare op de Veluwe: fritesaardappelen, mais en graan, en verhuur van bollengrond. De komende maanden ga ik eerst wat achterstallig onderhoud op mijn akkerbouwbedrijf bijwerken. Het werk op het bedrijf deed ik normaal na kantoortijd in de avonduren en in de weekenden, dus bleven er nog wel eens wat klussen liggen.’
Dapper, een goede vaste baan opzeggen en een time out nemen.
‘Dat valt wel mee. Ik heb er alle vertrouwen in dat er weer een nieuwe uitdaging op mijn pad komt. Het achter de hand hebben van een eigen akkerbouwbedrijf maakt het natuurlijk ook makkelijker dit soort rigoureuze keuzes te maken.’
Wat ervoer u als de grootste uitdagingen in de afgelopen jaren?
‘Zes à zeven jaar terug werkte Europa aan harmonisering van de middelenwetgeving. Dat de toelating van middelen Europees geregeld zou gaan worden, was een groot voordeel. Maar in eerste instantie leek het erop dat ook een groot aantal middelen weggevaagd zou worden. Daar hebben we als LTO stevig in Europa voor moeten lobbyen, om dat te voorkomen. Het resultaat is ernaar. Het nieuwe toelatingsbeleid met zonale toelatingen heeft voor een flink egaler speelveld geleid, met behoud van het middelenpakket.
De laatste jaren vergen vooral de maatschappelijke discussies rond bijensterfte, glyfosaat en omwonenden veel aandacht. Dat laatste wordt trouwens goed opgepakt door de telers, waardoor er de laatste tijd minder commotie over is. Ook de vergroening van het middelenpakket gaat nog vrij moeizaam. Dat komt doordat de toelatingseisen vooral zijn toegespitst op chemische middelen. Om tot een duurzamer middelenpakket te komen, zou dat vliegwiel een extra slinger moeten krijgen.’