Nederland moet zich volgende week in Brussel tegen de verlenging van de toelating van onkruidbestrijder glyfosaat keren, zeggen oppositiepartij GroenLinks en regeringspartij PvdA in een gezamenlijke motie in de Tweede Kamer.
Staatssecretaris Martijn van Dam (Economische Zaken) is vooralsnog niet van plan die lijn te volgen: hij houdt zich aan het advies van het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden, dat de onkruidbestrijder wil toelaten.
De Europese toelating van glyfosaat loopt op 30 juni af. De Europese Commissie stelt een verlenging van 15 jaar voor.
Ophef over toelating
Over de toelating van de onkruidbestrijder is opheft ontstaan om verschillende redenen. Vorig jaar heeft een wetenschappelijke commissie de onkruidbestrijder als potentieel kankerverwekkend beoordeeld. Dat is weliswaar door de Europese voedselveiligheidsautoriteit EFSA ontkracht, maar daarop volgde kritiek van wetenschappers die vinden dat de EFSA de feiten onjuist heeft beoordeeld. Daar komt bij dat de Europese Ombudsman vorige week oordeelde dat de Europese Commissie de toelatingsprocedures voor bestrijdingsmiddelen niet goed toepast.
Voorzorgbeginsel
Rik Grashoff (GroenLinks) zegt in een mede door de PvdA ingediende Kamermotie dat Nederland moet uitgaan van het voorzorgbeginsel en dus niet kan instemmen met de toelating van glyfosaat. Ook de Partij voor de Dieren is tegen de toelating van het bestrijdingsmiddel en diende daarover een eigen motie in. Er lijkt een Kamermeerderheid te zijn die tegen de wil van de staatssecretaris ingaat. Van Dam zegt dat hij in dit soort gevallen altijd de lijn van het CTGB volgt. Van Dam ging woensdag niet in op de vraag wat hij doet als de Tweede Kamer de motie aanneemt.
Het voorstel van de Europese Commissie voor de toelating van glyfosaat heeft een zogenoemde gekwalificeerde meerderheid nodig (tenminste 15 lidstaten die gezamenlijk tenminste 65% van de EU-bevolking vertegenwoordigen). Tot nu toe heeft alleen Zweden zich tegen toelating verklaard, aldus bronnen in Brussel.