Nederland zou in smart farming en big data meer voorop moeten lopen. Met name de interpretatie van alle data die door boeren en tuinders worden verzameld laat nog te wensen over, aldus Djoeko van ’t Westeinde van het NAJK.
De jonge Nederlandse boeren en tuinders zien smart farming en big data tegelijk als een kans én als een zorg. Aldus vat akkerbouwer en bestuurder van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) Djoeko van ’t Westeinde de conclusie samen van de landelijke discussie rond dit onderwerp. “Er is vooral een grote behoefte om met de nieuwe technieken aan de slag te gaan.” Maar tegelijk zien de jongeren hun beroep een stuk ingewikkelder worden.
Eigenaarschap big data
Over het eigenaarschap en de openbaarheid van de data zijn de meningen verdeeld. Een meerderheid van de jonge boeren en tuinders vindt dat de boer of tuinder altijd eigenaar blijft van zijn eigen gegenereerde data, tenzij die persoon het zelf wil delen. De meeste jonge boeren en tuinders willen hun data wel delen met collega-boeren, maar willen niet dat de informatie voor iedereen beschikbaar wordt. Ook verspreiding van de gegevens over de landsgrenzen is niet gewenst.
Nederland niet voorop
Op het eigen bedrijf zien de jonge agrariërs de meeste kansen. Met GPS-technologie kan efficiënter met voedingsstoffen, gewasbeschermingsmiddelen en inzet van arbeid worden gewerkt, vooral op grotere, maar ook op kleinere bedrijven. “De technische kant van smart farming wordt in Nederland door bedrijfjes mondjesmaat opgepakt. Nederland loopt internationaal zeker niet voorop”, aldus Van ’t Westeinde. De overheid zou hier meer stimulerend kunnen werken door regelgeving rond sensoren en drones praktischer te maken.
Waar het vooral aan schort is de begeleiding van de boeren en tuinders bij het interpreteren van al die verzamelde gegevens. “De voortrekkers zijn dat nu allemaal zelf aan het uitvinden. “Uiteindelijk wil je als teler concreet weten wat je moet doen om uit de
uitgebreide datastroom opbrengstverhoging te kunnen realiseren. Goede concrete adviezen, daar is een enorme behoefte aan.”