LTO Nederland vindt dat het klimaatakkoord van Parijs niet moet leiden tot rigoureuze maatregelen in de agrarische sector. “Dat scenario moeten we hoe dan ook afwenden, zegt LTO-bestuurder Hans Huijbers (duurzaam ondernemen). Volgens Huijbers werkt stimuleren beter en moet meer worden gedaan met dierlijke mest.
Huijbers doet de uitspraken aan de vooravond van de politieke besluitvorming over het klimaatakkoord van de Verenigde Naties. Nederland behoort tot een groep van 195 landen dat ernaar streeft de temperatuurstijging in de komende decennia te beperken tot maximaal 1,5 graden. Om het doel te bereiken moet de uitstoot van broeikasgassen worden beperkt.
‘Platteland belangrijkste producent duurzame energie’
Huijbers denkt dat de land- en tuinbouw meer dan welke economische activiteit dan ook een structurele bijdrage kan leveren aan het oplossen van het klimaatprobleem. Nu al is het platteland de belangrijkste producent van duurzame energie, aldus Huijbers, die meer mogelijkheden ziet met biomassa, zon, wind of aardwarmte.
Dierlijke mest moet volgens hem meer benut worden. “Denemarken verwarmt complete woonwijken op basis van een mengsel van dierlijke en humane mest.” Hij ziet in de eerste voorstellen van Eurocommissaris voor klimaatbeleid Miguel Arias Cañete aanknopingspunten voor een overeenkomst van de agrarische sector en overheid.
‘Denemarken verwarmt complete woonwijken op basis van een mengsel van dierlijke en humane mest’
“Vanaf 2020 gaat het landgebruik meetellen in de CO2-balans van EU-lidstaten. Dat is een erkenning van het feit de agrarische sector onderdeel is van de oplossing. Het zou goed zijn als ook de Tweede Kamer langs die lijn naar de land- en tuinbouw kijkt.” Belonen van klimaatvriendelijk boeren is volgens Huijbers een beter middel dan straffen.
Organische stof in bodem
Het verhogen van het gehalte aan organische stof in de bodem is een andere manier om de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer te verminderen. Op dat punt geven de Fransen volgens Huijbers het goede voorbeeld. Ze willen ieder jaar het organische stofgehalte in de bodem met 0,04% verhogen. “Dat moet ook onze ambitie worden.”
Volgens de boerenbestuurder moet er meer aandacht komen voor de bodem: bijvoorbeeld door meteen na de oogst het land in te zaaien met een groenbemester. “Met iedere dag dat een hectare onbenut blijft liggen, loop je 200 kilo organische stof mis. En jaar in, jaar uit rooigewassen of maïs telen op hetzelfde perceel is natuurlijk ook niet goed voor het organische stofgehalte.”
‘1% meer organische stof in bodem zou hele broeikasgasproductie Nederland compenseren’
Wanneer je het organischestofgehalte van Nederlandse landbouwgrond met 1% weet te verhogen, compenseer je de totale Nederlandse jaarproductie aan broeikasgassen, illustreert Huijbers de potentie van de land- en tuinbouw.