‘Tomatengewas heeft de neiging om te vegetatief te worden’

“Het ras Ducovery heeft duidelijk zijn beperkingen, maar ik mag zeker tevreden zijn met hoe het nu gaat”, zegt vleestomatenteler Wim Hooymans in Pijnacker. De kwaliteit en de grofheid van het nieuwe ras zijn goed. “We plukken 75 tot 80 procent 3 maal B, dat is ideaal.”

De 3 en 4 maal B worden bij het oogsten in dozen gelegd. Ongeveer 10 procent is kleiner, die worden zonder kroontjes in kisten geoogst en gaan via de watergoot naar de sorteermachine. Deze tomaten gingen korte tijd naar de snijderijen. “Maar ze zijn daar wat minder geschikt voor omdat de plakjes minder vol zijn. Dat is wel jammer want het bracht een deelmarktvergoeding op, terwijl het ons geen extra werk opleverde om kroonloos te leveren.”

In productie doet het nieuwe ras van De Ruiter het goed. “Ik had tot en met week 27 ongeveer 32 kilo per vierkante meter weg. Dat was ruim 8 procent meer dan twee jaar geleden met het ras Grodena. Met vorig jaar kan ik het niet vergelijken want toen begonnen we al met Phytophthora en eindigden we met Bemisia-problemen.” Het gewas heeft wel de neiging te vegetatief te worden. Daarom wordt iedere twee weken een blaadje uit de kop gehaald tijdens het dieven. “De basis bij het snoeien is 4 vruchten. Bij zwakkere planten blijven de later gezette tomaten aan de tros soms te ver achter. Door deze achterblijvers weg te halen voorkom je puntvruchten. Dat komt de kwaliteit ten goede.”

Potten laten indrogen

De klimaatregeling is erop gericht om in de loop van de dag meer vocht in de kas te houden. De instelling van de kastemperatuur stijgt in de ochtend langzaam van 18 naar 20 tot 21 graden. “Maar bij mooi weer start ik de dag 0,5 graden lager om het luchten eerder op gang te brengen.” Omdat er geen wkk is, moet in de nanacht een aantal van de 8 compartimenten van de warmtebuffer worden ‘leeggemaakt’ zodat de ketel overdag de warmte kwijt kan. “Ik doe met CO2 geen gekke dingen. Op een mooie dag doseer ik per uur gemiddeld 50 kuub gas per hectare.”

Op warme dagen mag de ec van het druppelwater zakken naar 2,4 tot 2,5. “Ik werk liever niet met te veel drain om oplopende ec in de mat te voorkomen. Als de ec in de drain oploopt weet je dat je de druppel-ec wat lager kunt gaan instellen.” Nachtbeurten geeft Hooymans niet. “Ik heb wat crazy roots in bepaalde hoeken. Mijn gevoel zegt me dat het dan beter is als je langer wegblijft met watergeven zodat de pot wat indroogt.”

Twee dingen

Vanwege de overmatige wortelgroei zijn de hoezen van de aangetaste matten een keer opengesneden en zijn de druppelaars op de mat gezet. “Bij crazy roots zijn twee dingen belangrijk. Je moet zorgen dat het water in de mat blijft komen en dat het gewas niet te zwaar wordt.” Aan de koppen is meest duidelijk te zien of de plant is aangetast. “De kop wordt zwaarder en de vruchten fijner. We halen dan in een keer 3 of vier bladeren uit de kop om hem generatiever te zetten.” Hooymans heeft dit jaar wat proeven liggen met stoffen die de weerstand van de plant moeten verhogen. “Ik ben op de alternatieve toer, maar het is nog veel te vroeg om er wat uit op te maken.”

Buitengewoon gezond

De gezondheid van het gewas is verder ‘buitengewoon’ goed. “De biologische bestrijding is dit jaar geen enkel probleem. Macrolophus zie je overal. En al drie maanden lang zie je maar enkele wittevliegen dus dat is een evenwicht op een heel laag plaagniveau.” Tegen Botrytis heeft hij preventief een keer met Luna gedruppeld en tegen rupsen een keer met Altacor gespoten. “Dat zijn de enige correcties die ik heb moeten doen.” In het begin zijn er best heel wat natuurlijke vijanden (Encarsia, Eretmocerus en Macrolophus) ingegaan. En het scheelt natuurlijk dat Ducovery een meeldauwtolerant ras is. “Het is beter voor de biologie als je niet hoeft te zwavelen en te spuiten.”

AUTEUR: GERARD BOONEKAMP