‘Ik vertrouw de verhitter meer dan de uv-ontsmetter’

“Het gewas groeit supersnel, de hartvrucht zit er voor 100 procent aan, de tweede krans is komend weekend gezet en er is zelfs al bloei te zien op de derde krans”, zei Peter Boekestijn in De Lier halverwege vorige week. Hij heeft op 14 december geplant, ras Beyonce op onderstam Emperador, op 4,3 hectare.

Er komen 4,9 stengels per vierkante meter te staan in een V-systeem met 3 stengels per plant. We hebben tot 20 januari vast folie erin gehad, maar dat moest er toen echt uit, ondanks de koudere dagen die volgden, want de eerste tekenen van chlorose dienden zich aan. Bovendien wil je al het licht benutten zodra je zetting hebt. Ondanks de korte duur heeft het folie zijn werk gedaan. Tot de eerste bloei houden we altijd een vlak stookschema aan van 23 graden. Dat staat voorop. Het vaste scherm is de garantie dat we het altijd realiseren.

Puur op licht

Ik ben in deze periode bijna constant bezig met de computerinstellingen. Met een ras als Beyonce moet je bij mooi weer knallen maar op een donkere dag meteen in de ankers. Ik teel puur op het licht. Het verschil in etmaaltemperatuur kan zo maar 3 graden verschillen. Op een dag met 400 tot 500 Joules stuur ik naar een etmaaltemperatuur van 21 tot 22 graden. We hebben ’s middags al de 30 graden aangetikt. Op een slechte dag is de etmaaltemperatuur niet hoger dan 19 graden. Daarbij is het wel belangrijk de wat langere termijn in de gaten te houden. Ik gebruik daarvoor het computerprogramma ‘weatherpro’. Meestal komen die voorspellingen aardig uit. De verschillen zijn nu erg extreem. Je hebt nachten van net boven nul en dan weer van 8 of 9 graden. Je moet dus constant bijsturen. Pas in maart-april, als het gewas goed in productie is, komt er meer stabiliteit in de computerinstellingen.

Flink interen

Als generatieve sturing heb ik tot en met de eerste bloei de substraatmat flink laten interen. Het watergehalte was gedaald tot 45 procent en de ec opgelopen tot ruim 5. Sinds de eerste zetting is het streven het watergehalte met 2 procent per dag te laten stijgen. Op mooie dagen wordt er vanaf vorige week drain gerealiseerd. De stand van de bloemen is goed, ze zijn sterk en er staat een heel goed wortelgestel onder. Door de flinke groei is de pH in de mat opgelopen naar 7,2. Daarom geven we al een paar weken rood ijzer mee. Bij iedere druppelbeurt gaat ook waterstofperoxide mee als extra maatregel tegen overmatige wortelgroei. Bovendien wordt zo lang mogelijk de oude verhitter ingezet om het drainwater te ontsmetten. Die vertrouw ik meer dan de uv-ontsmetter. Je weet zeker dat bacteriën bij 96 graden dood gaan, maar bij uv ben ik niet zo zeker. Opvallend was dat ik vorig jaar 4 weken na het uitschakelen van de verhitter een paar matten met overmatige wortelgroei vond. Helaas heeft de verhitter maar een capaciteit van 4 kuub per uur. Vanaf eind april moet ik daarom overschakelen. Van de andere kant kosten aantastingen die daarna optreden geen productie meer. Bovendien is de waterstofperoxide dit jaar een goede stok achter de deur.

Miljoenen schade door rookgassen

Vorige week werd naast het gewone indraaiwerk ook de vierde tak uit de plant gehaald die vaak al zo’n 15 tot 20 centimeter lang was. Het groeit zo hard dat ik nu drie mensen extra heb lopen. De CO2 komt in de wintermaanden volledig van Ocap. Er wordt in Nederland jaarlijks voor miljoenen verlies geleden door schadelijke rookgassen”, stelt hij. Zelf ondervond ik in 2012 gewasschade door rookgassen. Sindsdien bewaakt de snuffelpaal (‘greenhouse gas analyzer’) de kasluchtkwaliteit. Ik gebruik de NOx-waarden in de kas als stuurmiddel. Ik ga pas doseren uit de ketel als de ramen al behoorlijk open gaan en de snuffelpaal houdt de grens in de gaten. Hij is niet goedkoop maar een keer schade kost gauw meer.

Al hele dierentuin

Er zijn al volop beesten te vinden in de aubergine. De hele dierentuin is al in huis. Maar daar ben ik niet rouwig om want zo kan het biologische evenwicht gesteld staan voor de invlieg van buiten komt. Tegen overgebleven trips is een keer met Tracer gespoten. Tegen de enkele boterbloemluizen zijn plaatselijk pirimor-rookkaarsen aangestoken. Tegen de andere bladluizen zijn ervi-sluipwespen en galmuglarven uitgezet. Tegen wittevlieg is bij iedere vierde plant een zakje met swirskii opgehangen en volvelds Encarsia uitgezet. Ook Macrolophus is al uitgestrooid in 1 pad per tralie met op beide plant ernaast een hoopje Ephestia-eieren.