‘B-spruiten worden schaars, ik denk dat dat zo blijft’

Jan Sonneveld in Dronten zat op woensdag 5 oktober de hele dag op de aardappelrooier; naast spruitkool teelt hij zo’n 26 hectare gangbare en een paar hectare bio-aardappelen.

Dat rooiwerk vraag dit najaar wel nadrukkelijk ‘aanpassen aan de omstandigheden’, want de grond is erg hard. “Vorige week hebben we een perceel beregend om de grond voldoende zacht te maken. Afgelopen zondag is er nog eens 15 millimeter natuurlijke neerslag bij gekomen. Dat was even te veel van het goede: we hebben de oogst op dat perceel even opgeschort, en zijn eerst aan de gang gegaan in aardappelen waarin we níet hadden beregend. Die had die neerslag in het weekend ook gehad, dat kwam goed uit. Pas daarna is het wel beregende perceel geoogst, dat ging nu wel goed. Zo moet je dus voortdurend blijven inspelen op de omstandigheden.”

Biologische spruiten

Vorige week donderdag (6/10) was de oogst van spruitkool weer aan de beurt, toen nog in de gangbare teelt. Afgelopen maandag (10/10) is de oogst in de biologische spruiten ook gestart, voorlopig alleen voor de versmarkt. “Er wordt veel voor gebeld.” In november zijn de biologische industriespruiten aan de beurt.

Alles getopt

Sonneveld werkt voor de biologische en voor de gangbare spruiten met twee plukkers. “Dat is ook vanwege de logistiek, want met één plukker zou je veel te veel tijd kwijt zijn met de verplaatsing tussen de verschillende percelen. De biopluk begint in het ras Nautic, gevolgd door rassen als Staedia, Doric en Nautic. De planten zijn allemaal getopt, om ook bovenin zo veel mogelijk uitgroei van de spruiten te krijgen. Want grote spruiten is dit jaar veel minder vanzelfsprekend dan andere jaren. Daarom zijn alle biospruiten in september nog beregend. Er lag voldoende voer op, maar het was simpelweg te droog voor opname. Bovendien was de grond erg warm, dat heeft de gewassen stil gezet.”

Te veel D’s

Voor Nautic geldt bovendien dat het ras wat gevoelig is voor geel blad, dus ook daarvoor is het belangrijk het gewas goed aan de praat te houden. De recente neerslag was dan ook zeer gewenst, al was die ontoereikend – en te laat – voor een goede maatsortering. “Er is veel vraag naar B’s, maar we hebben nog steeds te veel D’s. Daar kunnen we niets mee, want in de biologische teelt is die fijne maat kistjeshandel. Kom je met 500 kilo D’s aan, dan kun je die dus niet kwijt. De kwaliteit is wel super; is de prijs goed, dan gaan ze als gangbare spruiten weg.”

Laat geplant beter

In de gangbare teelt is het niet anders: B’s worden schaars. Het valt Sonneveld daarbij wel op dat de laat geplante Abacus het wat de maatsortering betreft er wat gunstiger bij staat doet dan de vroege Abacus. “Die twee gewassen stonden weliswaar op verschillende percelen, maar je ziet ook dat die vroege teelt meer last van koolmot heeft gehad. Ik denk dat we rond 20 oktober in de late Abacus starten, nu plukken we in het ras Divino.” De verhouding A- en B-spruiten in dit ras schatte hij vorige week op ‘hoogstens 50/50’. “En dat verandert waarschijnlijk ook niet veel meer, of het moet zijn dat de neerslag van het afgelopen weekend nog wat doet.”

Nog bijbemesten

Een positieve uitzondering vormt het ras Irene. “Daar zit wel een mooi percentage B-spruiten aan, maar aan de rassen die daarna komen – dat is toch al over 3 weken – vind ik die B’s nog niet.” Sonneveld vervolgt: “Ik verwacht nog wel wat mineralisatie, maar ik denk dat ik die latere rassen nog wel wat ga bijbemesten. Dat zou dan net voor de regen moeten gebeuren. Blijft de vraag wanneer het gaat regenen. Ik heb al wel vaker meegemaakt dat het droog is, maar de huidige situatie is wel heel bijzonder.”

AUTEUR JOOST STALLEN