Via het VegImpact-project in Indonesië worden tot 2018 circa 10.000 groentetelers in Indonesië getraind in efficiënte productie en marketing.
Het programma loopt officieel dit jaar af en hoewel programma’s gestart zijn met exportstromen is de hulp nog niet overgaan in een handelsrelatie. Mogelijk dat in een nieuw programma tot 2021 de transitie wel wordt gehaald, schrijft het ministerie van Buitenlandse Zaken naar aanleiding van haar jaarverslag.
Supermarkten
Zo wordt in Guci een exportkwaliteit peper geproduceerd en verkocht in Singapore via een Indonesisch handelsbedrijf. Nieuwe teeltmethoden en paprikarassen hebben nieuwe afzetkansen opgeleverd op Javaanse markten en supermarkten in Suabaya. Verder is een nieuwe vleestomaat geïntroduceerd en onder kappen geteeld voor supermarkten in Oost-Java.
Voordat de telers uit Enkerang (Zuid-Sulawesi) samen wortelen gingen verbouwen voor supermarkten in Makassar, waren het telers zoals zovelen in Indonesië: met hoogstens een hectare voor koffieplanten en wat groenten als kool en tomaten. “Dankzij een groepstraining leveren tien telers nu gezamenlijk verpakte wortelen aan een handelaar’, zo liet Huib Hengsdijk, agrosysteemkundige bij Wageningen UR onlangs weten in het ministeriële blad Berichten Buitenland. ‘De hoogste kwaliteit gaat naar supermarkten in Makassar. Iets mindere kwaliteit naar lokale markten.”
Overgang
Hengsdijk is onderzoekcoördinator van het Nederlands-Indonesische onderzoeksprogramma vegIMPACT, dat deze training organiseerde. Het programma is opgezet met zes Nederlandse zaadbedrijven en Indonesische partners, waaronder het Vegetable Research Institute (Ivegri) en Fresh Dynamics Asia. Samen helpen ze Indonesische boeren met de teelt en het op de markt brengen van groenten.
Nederland ziet Ethiopië, Oeganda en Indonesië als overgangslanden waar ingezet wordt op verbetering van het ondernemerschap, zoals goede agrarische praktijk. Die uitgangspunten worden verwerkt in ontwikkelingssamenwerkingen. In Ruanda heeft Nederland nog vooral hulpprojecten.