Rabo wint zaak faillissement kas

Een uitspraak in een slepende rechtszaak tussen Rabobank Emmen-Coevorden en een techniekleverancier leidt tot meer inzicht in faillissementsafwikkeling voor glasbedrijven.

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden concludeert dat een watergeefinstallatie behoort bij de kas en zo onroerend goed is geworden. In een faillissement kan de leverancier er zo geen eigendomsaanspraak op maken. Dat geldt niet voor scherminstallatie of belichting, oordeelt de rechter. Daarmee is de Rabobank voor het grootste deel in het gelijk gesteld door het hof.

Het Gerechtshof kwam tot dat besluit na deskundigenraadpleging. Zonder de watergeefinstallatie kan geen nieuwe teelt starten. Dat kan wel zonder scherm of belichting, al schrijven de deskundigen dat verreweg de meeste teelten alleen met schermdoek kunnen worden gestart. Het schermdoek is daarmee feitelijk noodzakelijk, maar de rechter neemt dat niet over. Daar hoefde hij ook geen uitspraak over te doen. In het geval van deze rechtszaak heeft de leverancier alleen onderdelen van de installaties geleverd en is het eigendom daarmee overgegaan op de eigenaren van de scherminstallatie, in dit geval niet de leverancier van de onderdelen.