‘3 centimeter bovenlaag goed, daaronder is het bagger’

“We zijn volop bezig met spruitenplanten uitleveren”, laat André Noordhoek op 3 mei weten. “Ze zijn rustig gegroeid door het koude natte weer. Daardoor zijn het mooie stevige planten geworden.”

Noordhoek kweekt planten op voor collega’s en voor zichzelf. “Of wij al aan het planten zijn? Dat proberen we, want het heeft hier in Bleiswijk op tijden flink geregend.” De eerste planten gingen 22 maart de grond in. “Die staan onder vliesdoek, de ganzen hebben er flinke gaten in gepikt. Vroeger pikte ze er af en toe een plant tussen uit, nu gaan ze gewoon de rijen af. Het probleem wordt steeds groter.”

Tussen de buien door

Het vervolg van het planten ging tussen de buien door. “Een week of 2 geleden viel er hier 30 millimeter binnen 2 uur. Toen was het weer klaar met planten.” Op 20 april kreeg het planten een vervolg met 8 hectare Abacus en 6 hectare Albarus. “En toen lagen we weer 14 dagen stil.”

Achter op plantschema

Begin mei had Noordhoek een kwart van zijn areaal geplant, terwijl dat normaal ongeveer de helft is. “De planten kunnen het hebben omdat ze zo stevig zijn. Die staan buiten en met de temperaturen van de afgelopen tijd en de koude nachten staan die nagenoeg stil in groei. Maar het wordt wel tijd dat we de komende dagen wat gaan doen! We lopen hopeloos achter, maar de grond is ook nog maar ‘net aan’. Op de zware percelen kunnen we de eerste 14 dagen nog zeker niet terecht. De toplaag van 2 tot 3 centimeter ziet er goed uit, maar daaronder is het bagger.” Normaal zitten rond 20 mei alle spruiten in de grond. “Het wordt kort dag dit jaar. Of dat erg is, weten we pas aan het einde van het seizoen.”

Explosie koolmot verwacht

De onkruidbestrijding werd uitgevoerd met 1,5 liter Springbok plus 0,2 liter Centium. De basisbemesting bestond uit 200 kilo stikstof per hectare in de vorm van Urean 30 procent. Qua insecten is het nog rustig aan het front, maar Noordhoek verwacht een explosie van koolmot. “Dat zou na het komende weekend zomaar kunnen gebeuren. We moeten alert zijn.” Van bladluizen verwacht hij geen last door de werking van de dummypil. Om koolvlieg maakt hij zich niet zo druk. “We bestrijden ze natuurlijk, maar wat er aan aantasting tussendoor schiet, kunnen we met onze leesunit op de plukmachine prima uitsorteren.”