‘Het is opletten. Met warm weer en stevige wind waait spint door de hele kas heen’

De week voor Pasen is er erg weinig geoogst bij Jos van der Meijs in De Lier. “We hebben daardoor het gewaswerk goed bij kunnen houden. Nu (begin week 17) begint het te kleuren. De zetting loopt door, en de kwaliteit en grofheid van de paprika’s zijn goed. Het groeit zoals ik het wil hebben.”
In de Cupra heeft hij wat gedund. “We hebben er veel zijtakvruchtjes af gehaald.”
Tijdens de teeltomstandigheden van het eerste zetsel had vruchtdunning helaas iets minder effect dan gewenst. “Die eerste zetting is toen iets te fijn gebleven, al dacht ik toen dat ik al meer gedund had  dan echt nodig was.”

Spint
Bij de plagen begint de spint op te zetten. “Het is opletten. Met warm weer en een stevige wind, waait de spint door de hele kas heen. We gaan Phytoseiulus bijzetten. Want als ik dat niet doe, wordt het heel moeizaam. We zitten pas in april. Dan moet je zuinig zijn op de teelt.”
Heel plaatselijk corrigeert hij met Floramite. “Maar als basis proberen we het nog een keer goed biologisch aan te pakken. Want als je eenmaal met chemie begint, dan blijf je vaak bijsturen.”
Tot nu toe verrichten de natuurlijke vijanden hun taak goed. “Met de Orius en cucumeris en degenerans gaat het goed. We hebben ook californicus uitgezet. Je merkt dat de spint daardoor minder snel door de kas heen gaat.”
Van lieverlee zijn er ook wat meer bladluizen waar te nemen.
Van der Meijs laat wat langere toppen staan. “We toppen op 2, om meer gewasvulling te creëren. Dat geeft ook een beter klimaat voor de biologie.”

Ruim water
Met het warme weer wordt veel water gegeven. “Het gewas mag nu niets tekort komen.” De EC is van 3 terug gebracht naar tussen de 2,6 en 2,8. “Maar verder dan 2,6 wil ik ook niet zakken, om een goede kwaliteit en doorkleuring te houden. Gezien de plantbelasting heeft de plant toch ook zijn voedingsstoffen nodig.”
De pH heeft lang op 7 gezeten, maar is wat gezakt naar net boven de 6.

Vocht in kas
Bij de klimaatinstellingen hanteert hij een redelijk lange voornacht van 17 graden Celsius, tussen 19.30 uur en 00.30 uur. Daarna gaat hij geleidelijk met de temperatuur omhoog. Rond twee uur voor zonop moet die op 20,5 graden zitten. “De plant moet op temperatuur zijn voor de zon doorkomt.”
Overdag lucht hij in de ochtend op 21,5 graden Celsius.
“Op de middag wordt het best warm. Je wilt de windzijde zo veel mogelijk dicht houden, om vocht te houden. Dat valt niet mee met die wind. Een vochtdeficiet van 11 of 12, daar schrikken we al niet meer van. In de avond gaan we afluchten, anders haal je de voornachttemperatuur van 17 graden niet. Maar eerst wachten we tot het vochtdeficiet wat rustig wordt, liefst rond de 3 of 4 maximaal, zodat de planten eerst op spanning komen.”

Schermen
Met soms best frisse nachten gaat het schermdoek na 01.00 uur pas dicht. “Je hebt dan ook de buis nog wel even nodig.” Met warmere nachten loopt het soms pas om 4.00 tot 5.00 uur dicht.
Overdag loopt het doek incidenteel dicht tegen overmatige zonneschijn, vanaf 700 Watt instraling. “Meestal net niet. Maar je moet de jonge vruchtjes wel even wat beschermen. Als je twijfelt, kun je het doek beter even gedeeltelijk dicht doen. Anders krijg je er later spijt van. Maar je moet het de plant ook niet te makkelijk gaan maken. We beginnen er meestal na de middag pas mee.”
Naar de stand van het gewas kijken is belangrijk.

Bron: Groenten & Fruit actueel – Auteur: Peter Visser