Tomatengewassen op substraatmengsels van veen met een beetje kokos blijken op een aantal bedrijven nauwelijks of geen last meer te hebben van overmatige wortelgroei. Het substraat lijkt goedaardige microorganismen een betere uitgangspositie te bieden om ziekteverwekkers te weren.
Het bedrijf Seasun in Kapelle schakelde vorig jaar in de teelt van 34 hectare tomaten volledig over op Peltracom-substraat, een mengsel van 80% veen en 20% kokos in langwerpige zakken. Het jaar ervoor was in een kraanvak een opvallend verschil te zien in aantasting door overmatige wortelgroei. “We hadden het ook al bij een Belgische tomatenteler gezien en durfden de stap wel aan”, zegt directeur Jan Gresnigt van Seasun. Hij gebruikt het substraat nu voor het tweede en deels derde jaar en ziet nauwelijks meer symptomen van overmatige wortelgroei. Ik zie dit jaar een enkele plant maar het stelt weinig voor. Vorig jaar zag ik helemaal niets meer.” Hij gebruikt geen middelen meer tegen overmatige wortelgroei. “Er gaat alleen een beetje waterstofperoxide mee bij het druppelen om algengroei in de leidingen tegen te gaan. Bij de druppelaar meet je bijna niets meer. Het restant wordt in het organisch materiaal snel afgebroken. Ook heeft hij geen middelen voor de stimulering van het bodemleven toegevoegd. “Bij de productie wordt meteen Trichoderma aan het substraat toegevoegd. Je hoeft er later niets meer aan toe te voegen.”
Wel aanwezig, geen zware planten
Dezelfde positieve ervaring hebben een aantal tomatentelers die gebruik maken van een veensubstraat dat teeltspecialist Wim Voogt van handelsbedrijf Klep in Etten-Leur speciaal voor de vruchtgroenten heeft ontwikkeld, vanuit jarenlange ervaring in de aardbeien. Het grove mengsel van 100% Iers veen gaat in bakken of potten en bevat minimaal vijf toevoegingen, waaronder Trichoderma-schimmels. Bij Red Star in Dinteloord staat er al de derde tomatenteelt op in een proefvak. Bij Van Adrichem Kwekerijen, op de vestiging in Steenbergen, staat dit jaar ook een proef. Op twee naast elkaar hangende teeltgoten staan bakken met het veensubstraat van Klep. Er staan drie steenwolpotten en in totaal 12 koppen per bak van 16 liter. De proef draait in watergift en klimaat volledig mee met de rest van de afdeling met onbelichte trostomaten (ras Merlice) op steenwol. Er is tijdens de teelt ook niets meer toegevoegd aan het veensubstraat. “We willen kijken of je met dit veensubstraat de crazy roots kunt inperken”, zegt commercieel manager Loek van Adrichem. De laatste jaren wordt de overmatige wortelgroei een steeds groter probleem. “We hebben een verhitter en geven ECA-water mee om het druppelsysteem schoon te houden. Maar we krijgen de aantasting niet goed onder controle.”
Dit jaar zijn al vroeg de wikkels van de potten gehaald, bij groeierige planten wordt een extra blaadje uit de kop gehaald en nu gebeurt dat ook in het midden van het gewas. In de proef zijn er ook steenwolpotten die bol staan van crazy roots, maar het breidt zich nauwelijks uit over het veensubtraat. “Het veensubstraat blijft gewoon los en je ziet er ook niet van die kabeldikke wortels overheen lopen”, laat hij zien. “En bovenop de kar zijn deze planten met crazy roots op de pot niet extreem zwaar, zoals je dat bij planten op steenwol ziet.”
In hoes of in bakken
Het ingehoesde veen-kokos-mengsel van Peltracom vereist volgens Gresnigt wel een veranderende watergeefstrategie. “Je moet meteen op de mat planten want anders rollen ze eraf. Je moet dan starten met korte beurtjes en een avondbeurt om het substraat nat te maken. Maar in de loop van het eerste jaar zie je het substraat al natter worden en vanaf augustus was er geen verschil meer met steenwol. Maar met lange beurten en lagere frequentie is dat goed op te vangen. Ook startte de teelt dit jaar wat vegetatiever dan bij nieuw substraat. In dit tweede jaar hebben we er twee grote draingaten per mat van 1,20 meter bijgemaakt. Daarmee is het weer goed droog te krijgen.”
Met de potten en bakken van Klep lijkt uitdraineren geen enkel probleem. De pot heeft zelfs een rasterbodem en nog hogere poten waardoor het water altijd weg kan en er in het substraat veel zuurstofuitwisseling kan plaatsvinden. Ook zonder overmatige wortelgroei lijkt het substraat voordelen te hebben. “Ik zie een vitaler en voller gewas terwijl het op steenwol opener lijkt”, zegt teler Marc Groenewegen van Prominent Grevelingen in Sirjansland. Hij heeft een proefje met 10 potten op veensubstraat in de kas met Axiradius-trostomaten, tussen de teelt op steenwol. “Tot nu toe loopt de productie op veen gewoon netjes met die van steenwol mee, maar het lijkt aannemelijk dat er vanaf nu wel verschillen komen, in het voordeel van veen. Hier is gewoon zonder heisa op te telen”, ziet Groenewegen.
Nadelen van het werken met bakken of potten zijn de extra investeringskosten en het uitdraineren naar 2 kanten. “Wij hebben de druppelslang in een van de kanalen liggen dus we kunnen maar naar een kant uitdraineren”, zegt Gresnigt. Van de andere kant gaat het vervangen van het ingehulde substraat weer moeilijker omdat de zakken moeten worden open gesneden. Verder maakt de verwisseling voor nieuw substraat weinig verschil. Het vullen van de bakken is sterk geautomatiseerd en het inruimen kost weinig extra tijd.
Kijk voor het uitgebreide artikel in Groenten & Fruit Magazine editie 16 met als thema ‘bodem en substraat’ of bekijk de digitale versie.