Er is meer wrijving rond en meer commentaar richting NVWA. Die organisatie vindt dat niet vreemd, want ze houdt steviger toezicht. Dat volgens de NVWA verbeterde toezicht werpt, zegt die dienst, zijn vruchten af.
Verbetering van het toezicht werpt volgens de NVWA de eerste vruchten af. In het jaarverslag over 2015 geeft de organisatie een aantal voorbeelden uit verschillende sectoren. De NVWA erkent dat steviger toezicht ook commentaar oplevert. Harry Paul, inspecteur-generaal, constateert dat er wrijving ontstaat bij degenen die te maken krijgen met strenger toezicht, als er na jaren strenger gecontroleerd wordt: “Dat is het krachtenveld waarin de NVWA werkt. Het is daarom essentieel dat de NVWA een autoriteit is. Hier wordt dan ook stevig in geïnvesteerd.”
Voedselveiligheid, de feiten en de beleving
In het jaarverslag wijst de NVWA ook op verschillen tussen feiten over voedselveiligheid en hoe dat soms door consumenten anders ervaren wordt. Zo worden jaarlijks in Nederland 20 miljard maaltijden, snack en tussendoortjes gegeten. Daarbij gaat ‘wel eens wat mis’ volgens de NVWA; ongeveer een half miljoen gevallen per jaar. Omgerekend is dat 1 op de 40.000 consumpties, ofwel: per consument 1 consumptie per 30 jaar. Het risico dat consumenten ervaren is echter vaak hoger dat op feiten is gebaseerd. Daarmee houdt de NVWA rekening in haar communicatie.
Koper in varkensvoer
Een van de voorbeelden is de aanpak van koper in varkensvoer. De naleving van het maximale gehalte bleek in 2013 en 2014 met 67 procent onvoldoende. De oorzaak daarvan is in 2015 onderzocht door de NVWA in afstemming met brancheorganisaties. Daaruit bleek dat varkenshouders er onterecht op vertrouwen dat het voer dat ze van leveranciers krijgen voldoet aan de norm. Na een gerichte campagne gericht op de varkenshouders bleek uit een steekproef dat de naleving sterk was gestegen naar ongeveer 90 procent. De NVWA blijft dat volgen in de komende jaren.
Varkenshouders vertrouwen er onterecht op dat het voer dat ze van leveranciers krijgen voldoet aan de norm.
Risicogerichter controleren bij pluimveeslachterijen
Een ander voorbeeld is het uniformer en risicogerichter controleren in de pluimveeketen (slachterijen). Bedrijven met een hoger risico op niet-naleving worden in dat verband vaker gecontroleerd dan bedrijven die zich (waarschijnlijk) aan de regels houden. Volgens de NVWA was de nieuwe aanpak na 6 weken al succesvol. De naleving was gestegen van 70 naar 94%.
Een derde voorbeeld is het slimmer inspecteren van aanvragen voor Europese subsidie voor het onder water zetten van gedeeltes van grasland. Daarbij werd in 2015 gekeken of het sowieso wel mogelijk was om bepaalde percelen onder water te zetten gezien hoogteverschillen en reliëf. Daarvoor zijn gegevens gecombineerd van hoogtekaarten en satellietfoto’s. Daaruit kwamen 15 aanvragen die mogelijk niet terecht subsidie aanvroegen. Dat bleek in 12 van die 15 gevallen ook zo te zijn.
Bij 1 op de 40.000 maaltijden, snacks en tussendoortjes gaat er iets mis met de voedselveiligheid, per consument eens in de 30 jaar. Consumenten ervaren dat risico echter vaak als groter.