‘Dit jaar weinig correcties hoeven doen’
Het gewas bij Pieter van Dijk in Brielle is erg sterk geworden. “We hebben alles op 6 bladeren gezet, maar hebben toch besloten om er toch nog 2 af te halen, bij de tros. De bladeren werden zo groot en sterk. Daarom gaan we de ’parapluutjes’ bij de tros weghalen, zodat de vijf trossen die we nog hebben te gaan goed in het licht gezet worden.”
Grofheid
De kwaliteit van de vruchten is perfect. “Alleen de grofheid valt tegen. Ze hadden eigenlijk een slagje grover gemoeten. Het is een fijne BBB, die maar nauwelijks de 82 of 83 millimeter doorsnee komt, terwijl 82+ juist de maat is die ik voor mijn afnemers nodig heb.” De donkere weersomstandigheden speelden daar een rol bij. “Rebelski is ook een ras dat vrij makkelijk vegetatief groeit. In zo’n zomer als de afgelopen ben je dan een hoop met blad in de weer. Volgend jaar gaan we hetzelfde ras zetten, maar dan iets ruimer.”
Hij wil komend jaar ook pas wat later bloei hebben. “Hij mag half januari pas bloei hebben, als die met de toenemende zon mee gaat. We gaan daarom met een kleinere plant starten.” Omdat de laatste zetting bij Rebelski er wat minder lang over doet dan hij bij de Growdena gewend was, zal hij wat eerder klaar zijn met de oogst van de laatst gezette tomaten, en heeft hij wat langer tijd voor de teeltwisselingsperiode. “Rond 11 november gaan we slopen. Dan dragen we het stokje weer over aan de Spanjaarden.”
Zuinig met water
Halverwege week 40 hanteert hij een nachttemperatuur van 10 graden Celsius. Overdag is dat 16 graden. “Het is bewaren en koud houden, in de hoop dat de tomaten nog wat grover worden.” De luchtramen staan in de nacht dan ook wijd open. “Alleen op wind haal je de luchting nog iets terug.”
Met de watergift zorgt hij dat de planten niet te veel krijgen, nu de dagen korter worden. “Om de wortels heel te houden nu ze niet zoveel water meer nodig hebben. Het is nu meer de kunst van het géén water geven. Het is alert blijven, en op tijd stoppen. We corrigeren daarbij op de drain-EC. Als die te hoog wordt, gaan we in een korte tijd wat meer beurten geven.”
Weinig correcties
Bij de plagen is een beetje wittevlieg waar te nemen. Met de Macrolophus ging het hartstikke goed, maar die kreeg toch wat last van ‘klapkonten’. Door de uitval van Macrolophus door Entomophtora kon de roofwants de populatieopbouw van de wittevlieg niet meer bijhouden. “We hebben toen een rondje Oberon gespoten.”
Voor de rest heeft hij dit jaar weinig aan correcties hoeven doen. “Wittevlieg ging op het laatst niet meer helemaal goed, maar tot dan toe hebben we het heel goed op kunnen vangen met rollertraps.
Nadat hij er dit hele jaar geen last van had, zijn er nu ook wat galmijten en een spintje te zien. Tegen rupsen is ook slechts één keer gespoten, en wordt er nu nog een keer Oberon met Steward toegepast.
“En omdat Rebelski een meeldauwtolerant ras is, hebben we die 9 rondjes tegen ‘het wit’ ook niet hoeven doen.”
Bladsnijmes en Botrytis
Aan Botrytis moet wel goed aandacht besteed worden. “De laatste maand hebben we daar best wel meer werk van.” Een van de oorzaken die daarin meespeelt, is het gebruik van speciale bladsnijmessen die het kunnen uitschieten in de vrucht voorkomen. In combinatie met clippen blijkt dat echter nadelig. “Dat mes kun je niet meer goed in de clip zetten. Daardoor breekt er een randje van de bladsteel af binnen de clip, en trek je een sliert mee. Daar hebben we toch wel meer Botrytis van gekregen.” Verder speelt mee dat de stengels vrij nauw stonden. Dat maakt het gewas ook gevoeliger voor de schimmelziekte.
“Omdat we al een wat grotere uitval verwachtten, hebben we er nu niet voor gekozen om terug te koppen.”
Bron: Groenten & Fruit actueel – Auteur: Peter Visser