De provincie Zuid-Holland heeft het openstellingsbesluit voor de regeling van plattelandsontwikkeling (POP3) gepubliceerd. Het minimum-subsidiebedrag is 50.000 euro.
Met die geldstroom wil de provincie dat grondgebonden teelten (fruitteelt, vollegrondsgroententeelt, maar ook dierhouderij) met andere partijen samenwerken in proeftuinen en zo innovatie en verduurzaming nastreven.
Plannen voor proeftuinen zijn er al in de provincie. Zo komt een proeftuin met akkerbouwers die koffiebijproducten gaan gebruiken in de teelt van superfoods voor de stad. De akkerbouwers willen een kortere stoffenkringloop door bodemverbetering met organische stoffen en daaruit voedselgewassen telen. Ook de teelt van onder meer veenbes op veengrond met paludicultuur is daarvoor een optie. De provincie stelt in totaal tot 2020 ruim 15 miljoen euro beschikbaar, waarvan de helft Europese middelen. Daar hoort bij dat de provincie in 2036 circa 80 procent van de basisvoeding voor haar inwoners ook uit de provincie wil halen, zoals eerder vermeld stond in een ambitiedocument Innovatieagenda Duurzame Landbouw.
Een proeftuin is een plek waar in open samenwerking koplopers in de verschillende land- en tuinbouwsectoren nieuwe productiewijzen uitproberen. Initiatiefnemers voor een proeftuin bepalen zelf met hun partners op welke plek zij hun proeftuin willen opzetten. Dat kan bijvoorbeeld bij telers op een perceel. Bij elkaar kunnen de proeftuinen uitgroeien tot proeftuin Zuid-Holland.
De totale agrarische activiteiten in de provincie Zuid-Holland zijn goed voor een omzet van 7,3 miljard euro. Het glastuinbouwclusters is daarbinnen de grootste deelsector.