Verreweg de meeste groente ligt ‘naamloos’ in de schappen. Prei, bloemkool, komkommer of tomaat, met een beetje moeite is nog ergens de herkomst te lezen. Daar houdt het wel zo’n beetje bij op. En als er al een logootje op staat, is dit veelal van Albert Heijn, Jumbo of Lidl.
De meeste groente gaat anoniem aan de man. Voor fruit is het iets anders. De consument kiest Elstar, Kanzi of Conference. Voor een klein aantal producten is ruimte voor een merk, veelal zorgvuldig in de markt gezet. Noem de honingtomaatjes van Jos Looije of Tasty Tom. Ook bij aardbeien zie ik sporadisch de teler op de verpakking.
Made in Holland telt niet
De doorsnee consument maakt het niet uit waar het product vandaan komt. Made in Holland telt in Nederland niet. Dit in schril contrast tot Duitsland, Groot-Brittannië of Frankrijk. ‘Eigen’ product is in onze belangrijkste afzetgebieden een pré. Het zet me aan het denken bij de Fruit Logistica, deze week in Berlijn. Landen, soms tot in regio’s opgesplitst, presenteren er hun waar. Vanwaar die enorme exposuredrift, en die 60.000 bezoekers? Wat zegt herkomst Andalusië, Almería, Marokko of Beieren?
Branding is belangrijk
Voor de consument niet zoveel, maar des te meer voor de (tussen)handel. Veel supermarkten willen een product jaarrond tegen constante kwaliteit, én tegen een zo laag mogelijke prijs aanbieden. Een herkomstregio, een producent of afzetorganisatie kan vertrouwen uitstralen voor afzetgarantie of kwaliteit. In deze zin is ‘branding’ belangrijk. Ook voor ‘Holland’ dus. Nederland is als belangrijk exporteur om die reden ook prominent in Berlijn aanwezig.
Limburg
Het is daarom ook niet verwonderlijk dat Limburg zich juist in Berlijn als streekmerk neerzet. Het regiomerk is onderdeel van het ‘versnellings’-traject dat vorig jaar is gelanceerd. Limburg wil zich nadrukkelijk als tweede tuinbouwprovincie neerzetten. Zou de geografische aansluiting met Rheinland voordelen opleveren op de Duitse markt? Limburg als Holland met een Duits accent.