Producenten en handelaren in groente en fruit hebben soms veel te winnen van TIPP, schrijft het kabinet in reactie op advies van de Sociaal Economische Raad (SER).
TTIP is het vrijhandelsverdrag waarover de Verenigde Staten en de EU onderhandelen. Onderdeel daarvan is het opheffen van knelpunten in de uitvoer van groente en fruit, vaak gebaseerd op fytosanitaire eisen. Het kabinet wil de mogelijkheden benutten om deze knelpunten in de toegang van EU-producten tot de VS op te heffen in het TTIP-proces. Daartoe steunt de overheid de innovatie en verduurzaming in de agrarische productieketens om deze sterker en toekomstgericht te maken op de internationale markt. Het Amerikaanse ministerie van landbouw, de USDA, becijferde eerder dat de Europese teelt 1,1 miljard dollar aan afzet wint als ook fytosanitaire belemmeringen worden weggenomen.
Tariefquota
Daarnaast belooft het kabinet tijdelijke beschermingsmaatregelen voor producenten die beconcurreerd gaan worden met kwalitatief minder product uit de VS. Het kabinet deelt de analyse van de SER dat er (deel)sectoren zijn die door tariefverlaging risico’s kunnen ondervinden van meer concurrentie uit de VS, met name in de landbouw. De SER adviseerde hiervoor tariefquota en het geleidelijk verlagen van tarieven om te voorkomen dat ondernemers op specifieke punten benadeeld worden.
Residunormen
Eerder schreef minister Ploumen al op kamervragen dat de residunormen niet versoepeld worden door TTIP. Wel gaat de Europese Commissie verder met het aanpassen van de eigen maximumresidugehaltes aan de internationale norm Codex Alimentarius. Dat kan betekenen dat standaarden worden versoepeld. Dit heeft ook in 2015 plaatsgevonden. Het is een gevolg van staand beleid en dit is daarom niet in strijd met de belofte dat de voedselveiligheids- en milieustandaarden niet door TTIP verlaagd zullen worden.