Doorgaan naar artikel

Meer betalen voor groente uit de boerderijflat

Wie in de stadslandbouw iets wil gaan betekenen, kan maar beter eerst te rade kan gaan bij de specialisten van het eerste uur: de Westlandse tuinders.

Gisteren in dagblad Trouw een reportage over stadslandbouw en boerderijflats. Onder het motto ‘verse groenten uit de fabriek’. Het wordt al een tijdje in één adem genoemd, urban farming en vertical farming. Maar terwijl er al heel wat stadstuinen zijn, feitelijk is er in Nederland nog geen enkele echte boerderijflat te vinden.

En waarom zouden we ook? Een boerderijflat de naam waardig werkt met meerlagenteelt onder ledlampen. Een tamelijk industrieel aandoende manier van telen. En dat is nou net datgene wat die ‘bewuste consument’, die als doelgroep voor de wat duurdere groente van de stadslandbouw geldt, tegenstaat aan de huidige manier van groente telen in Nederland.

Stadslandbouw als verhaal

Duurdere groente, ja. Want het kost ook meer om te maken. Het kleine voordeel dat behaald wordt met het feit dat midden in de stad de consument letterlijk om de hoek woont, is verwaarloosbaar vergeleken met de in de loop van anderhalve eeuw tuinbouwervaring geperfectioneerde efficiëntie van de Westlandse glastuinders.

De aangehaalde onderzoeker van Wageningen UR denkt toch dat 10 procent van de bevolking enthousiast is over deze duurdere groente: “het verhaal spreekt ze aan”. Daar zit wat in. Het verhaal van de Westlandse kassen is nooit zo populair geweest en steekt naast dat van de hippe stadsboer bleekjes af.

Maar mij lijkt die 10 procent wel heel erg optimistisch. Het wél al heel populaire verhaal van de biologische land- en tuinbouw realiseert nu inderdaad al die hogere prijzen. Maar zelfs na zich al tientallen jaren in de praktijk te hebben bewezen en gestaag te zijn gegroeid, heeft biologisch nog altijd minder dan 5 procent van de markt.

Nergens zoveel voedselzekerheid

Nederland is natuurlijk ook volstrekt onvergelijkbaar met Japan en de VS, waar het volgens Trouw al hard gaat. Sterker, Nederland is onvergelijkbaar met zo elk ander land ter wereld: in 2014 zette Oxfam Novib Nederland op plaats 1 op de wereldranglijst van meest voedselzekere landen. Nergens is de verhouding tussen voedselproductie en –consumptie zo geruststellend als bij ons.

En ik weet wel bijna zeker dat nergens ter wereld de gemiddelde inwoner zo kort bij de dichtstbijzijnde tuinder of boer woont. In de praktijk kunnen zien waar en hoe je groente, fruit en je vlees en je melk worden geproduceerd is nergens zo makkelijk als in Nederland.

Farmed Here groentefabriek

In heel veel metropolen in Azië, Amerika en trouwens ook in Europa ligt dat ietsje anders. Maar dan nog. Als voorbeeld van een volwaardige boerderijflat voert Trouw het 2,7 hectare metende bedrijf Farmed Here op. In Chicago. Of nou ja, bíj Chicago. Wie dit bedrijf googelt op afbeeldingen, die ziet heel trots een bordje met Chicago 12 mijl. En verder foto’s van vijf stellingen hoge teelt van bladgewassen onder ledlampen in drie flinke loodsen. En dat is toch echt niet meer dan het equivalent van één enkel Westlands glastuinbouwbedrijf en dan nog een niet al te groot glastuinbouwbedrijf.

Uit Je Eigen Stad failliet

In Nederland boerderijflats bouwen is dus op zijn zachtst gezegd een onzeker businessplan. Een gewone stadstuin is al moeilijk genoeg. Een van de bekendste voorbeelden van stadslandbouw in Nederland werd vorige maand deels failliet verklaard.

Uit Je Eigen Stad in Rotterdam verslikte zich in de combinatie van visteelt en groenteteelt. Economisch lastig rond te rekenen. Voor de ingevoerde Westlandse glastuinder geen verrassing. In de nota bene vlakbij Rotterdam op de Maasvlakte gevestigde proefkas Happy Shrimp Farm met tomaten en tilapia’s (en garnalen) was die teleurstellende rekensom tien jaar geleden al gemaakt.

Wat maar bewijst dat wie in de stadslandbouw iets wil gaan betekenen, maar beter eerst te rade kan gaan bij de mannen die dat al sinds de 19de eeuw doen: de Westlandse tuinders.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin