EZ: Sector laat
 GMO-geld liggen

Het ministerie van EZ noemt het ‘erg jammer’ dat niet alle producentenorganisaties gebruik maken van GMO-ondersteuning in 2017. Het ministerie stelt verder dat stappen nodig zijn in de GMO-erkenning van verenigingen, stelt EZ.

Het ministerie van Economische Zaken reageert daarmee op de problemen met GMO bij een deel van de telersverenigingen. “De sector laat daardoor geld liggen”, stelt een EZ-woorvoerder op vragen. In ieder geval Van Nature en Coforta (The Greenery) kiezen voor een pauzejaar in 2017, vanwege onduidelijkheid en risico’s op terugvordering. Het ministerie van Economische Zaken signaleert dat – ondanks de stap terug – telersverenigingen wel voortgang maken met ‘het vernieuwen van de bedrijfsstrategie’. “Hopelijk halen de producentenorganisaties volgend jaar weer geld op”, stelt het ministerie in schriftelijke antwoorden.

Bulksegment

Vanaf 1 januari treden nieuwe regels voor GMO in werking via een nieuwe Nationale Strategie. Dat moet meer bedrijven uit het bulksegment lokken en innovaties en verduurzaming versnellen, met onderzoeken, maar ook met investeringen in rest- of aardwarmte.

Kritiek op de rammelende invoering van de regels van de zijde van telersverenigingen wuift het ministerie weg. “Producentenorganisaties die van de GMO-regeling gebruik willen maken kunnen zich laten begeleiden door het GMO Expertisecentrum (GEC). Ook kunnen zij voor vragen terecht bij RVO.” Dat er ondanks die steun onduidelijkheid was door bijvoorbeeld late wetgeving, kon de woordvoerder niet bevestigen.

Streng

Kritiek klinkt in de wandelgangen ook over strenge controle en sancties op uitvoering van de GMO-regelgeving. Telersverenigingen en telers moeten aan steeds meer voorwaarden voldoen om de GMO-erkenning te behouden. Het ministerie zegt daarover: “Tegelijkertijd blijft het van belang dat de verbeterslag op EU-conforme erkenningen zich doorzet. De EU conformiteit is een voortdurend punt van aandacht, ook vanuit de Europese Commissie. Daarom is het noodzakelijk dat we gezamenlijke inspanningen blijven leveren voor verbetering van de EU conformiteit waar mogelijk.”