Vier leuke kinderen, maar niet eentje wil er paardrijden.
Onze zoons kijken er helemaal niet naar om. Mijn hoop was gevestigd op onze dochter. Het zag er in de eerste instantie gunstig uit. Bij de jongste twee zitten er in de klas dertien meisjes. Allemaal willen ze op paardrijden, een pony voor hun verjaardag, op vakantie naar Ponypark Slagharen. Ze lezen de Penny en spelen met My Little Pony. Allemaal, behalve onze dochter. Die wil geen pony voor haar verjaardag, maar keeperhandschoenen en nieuwe voetbalschoenen. Soms neemt ze vriendinnetjes mee naar huis. Die kijken dan verlangend naar mijn paarden, maar nee, daar begint ze niet aan. “Anders komen ze alleen maar om paard te rijden, mama!” zegt ze heel kordaat.
De oudste zoons maken daar juist slim gebruik van. “We hebben thuis ook paarden!” hoorde ik er eentje door de telefoon zeggen tegen een meisje en inderdaad, het volgend weekend stond ze op de stoep. Met een vriendin natuurlijk, want dat geeft steun. Onze oudste zoon gaf nog een demonstratie hoe goed hij zonder zadel kan galopperen, maar desondanks dropen de dametjes af.
Ik was een paardenmeisje. Dertig jaar heb ik er van gedroomd voordat ik mijn eerste paard kocht. In mijn jeugd kondigde mijn vader op gegeven moment een spreekverbod af. Zo horendol werd hij van mijn paardengekwebbel. Het leuke aan deze hobby is namelijk dat je altijd en overal wel andere mensen kan vinden met wie je deze liefde deelt. Daarna is er ruim voldoende gesprekstof voorhanden voor eindeloze gesprekken. Want je kunt veel langer over paarden en paardrijden praten, dan dat je daadwerkelijk kunt rijden.
Alhoewel het mijn allergrootste hobby is, zit ik per week niet langer dan twee uur op mijn paard. De rest van de tijd loopt hij prinsheerlijk in de wei met een ander paard. Daar geniet ik ook van. Het uitzicht op mijn eigen paarden. Heeft u ook zo’n hobby waar u zich helemaal in kan verliezen? Dan weet u hoe belangrijk het is om je daar af en toe helemaal in te verliezen. Als tegenwicht voor een stressvol bedrijf.