De overheveling van de jongeboerenregeling (Jola) van rijk naar provincies heeft ertoe geleid dat de regeling dit jaar minder toegankelijk is geweest.
In een brief aan de Tweede Kamer geeft Martijn van Dam, staatssecretaris van Economische Zaken, aan dat de snelheid waarmee de regeling vorig jaar met steun van het ministerie van de grond kwam ertoe heeft geleid dat keuzes moesten worden gemaakt bij de samenstelling van de lijst van investeringen en de hoogte van het minimaal te investeren bedrag (€20.000).
Te weinig keuzemogelijkheden voor jonge boer
Kamerlid Carla Dik-Faber heeft daarover vragen gesteld. Zij haalt een onderzoek aan, waaruit blijkt dat het overgrote deel vindt dat er te weinig keuzemogelijkheden zijn die aansluiten bij de praktijk en dat het minimaal te investeren bedrag te hoog is voor een groot deel van de jonge boeren.
Van Dam zegt dat de jongeboerenregeling met het plattelandsontwikkelingsprogramma is overgeheveld naar de provincies. Zij moeten de regeling uitvoeren.
Onderzoek
De provincies hebben een onderzoek laten uitvoeren, waaraan het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) heeft meegewerkt. Op basis daarvan kunnen provincies een goede invulling geven aan de wensen van de doelgroep in de jongeboerenregeling. Van Dam gaat ervan uit dat provincies dat zullen doen.