De NVWA keurde in 2015 minder exportzendingen groente en fruit af. Wel was de vangst op de teeltbedrijven groter.
Vorig jaar keurde de NVWA circa 1.209 zendingen groente en fruit af vanwege de vondst van schadelijke insecten of teveel grond. In 2014 waren dat 1.331 exportzendingen. Volgens de NVWA komt de daling vooral door het uitvallen van de exportmarkt Rusland, waar traditioneel veel tripsmeldingen vandaan komen. Dat blijkt uit het fytosanitaire jaarverslag Fytosanitaire Signaleringen 2015.
Teeltbedrijven
Daarentegen deed de NVWA meer waarnemingen van plagen op teeltbedrijven. In het programma Fytobewaking deden inspecteurs vorig jaar 578 waarnemingen op teeltbedrijven, tegen 549 vorig jaar.
Daarbij is geen van de gezochte schadelijke organismen aangetroffen. Bij de diverse bezoeken zijn wel andere organismen gevonden die een beeld geven van de ziekten en plagen die in de Nederlandse teelt voorkomen. Zo zijn in komkommer verschillende besmettingen gevonden met het Cucumber green mottle mosaic virus en het Melon necrotic spot virus. Ook is in een geval het Hop stunt viroid aangetoond.
De keuringsdiensten vonden in september in komkommer de katoendaguil (Helicoverpa armigera). De katoendaguil werd in 2015 ook vaker gesignaleerd in Nederland, afkomstig uit Zuid-Europa. De vondst had geen gevolgen voor de uitvoerkansen van andere gewassen, schrijft de NVWA.
Importrisico
De NVWA deed vorig jaar minder vondsten van schadelijke organismen in importstromen naar Nederland (afgezien van citrus). Toch blijft import een risico voor de Nederlandse positie in de internationale groentehandel.
Zo blijft de situatie bij de insleep van Afrikaanse fruitmot een risico door invoer van rozen uit Afrika. Nederland controleert deze productstroom niet extra, maar doet op vijf procent van de partijen een fysieke inspectie. Partijen paprika met de mot worden wel afgekeurd. Wel signaleert de NVWA dat teelt en handel in het algemeen risico’s van import bij productie voortvarend aanpakt via reglementen van telersverenigingen.