De Autoriteit Consument en Markt (ACM) moet bij het toetsen van duurzaamheidsafspraken tussen bedrijven niet alleen de letter van de wet volgen, maar ook publieke belangen moeten meewegen. Dat schrijft de Sociaal Economische Raad (SER) in een reactie op een conceptbeleidsregel die wordt onderschreven door Stichting Natuur en Milieu en de Consumentenbond.
De ACM is ingesteld om te voorkomen dat bedrijven door overnames, fusies of samenwerkingen prijzen kunnen dicteren. Het consumentenbelang wordt daarbij volgens critici teveel vertaald in een zo laag mogelijke prijs. De SER stelt voor meteen en dus niet pas in tweede instantie mee te wegen of de fusie een publiek belang dient. Bij twijfel moet de overheid duurzaamheidsinitiatieven “een zekere experimenteerruimte” gunnen.
Overheid moet publiek belang definiëren
Soms kan beperking van concurrentie nodig zijn voor het borgen van een legitiem doel, aldus de SER, zoals verbetering van dierenwelzijn of milieu. De overheid moet volgens de organisatie helder aangeven wat het publieke belang is. De SER vindt ook dat niet alleen naar gevolgen voor de Nederlandse samenleving wordt gekeken, maar ook naar internationale gevolgen.
Minister Henk Kamp van Economische Zaken publiceerde in december een aangepaste beleidsregel Mededinging en Markt. Hierin staat dat breder moet worden gekeken naar wie voor- en nadelen heeft van duurzaamheidsinitiatieven. Niet alleen het voordeel of nadeel van gebruikers moet meetellen, maar ook het effect op de samenleving.
Kip van Morgen
Ook wil Kamp dat naar marktstructuren wordt gekeken. De ACM maakte eerder een einde aan de Kip van Morgen, een concept van supermarkten en leveranciers dat zou moeten leiden tot een beter dierenwelzijn. Kamp stelt vast dat de markt voor supermarkten zo competitief is dat prijzen minder snel worden doorberekend dan op een andere markt. Tevens kunnen voor- en nadelen zowel kwantitatief als kwalitatief van aard zijn, aldus Kamp. Nu kijkt de ACM vrijwel exclusief naar effecten op de consumentenprijs.