Het tomatengewas (tussentype ras Arvento, plantdatum 8 december) staat bij Cock van Schie in Kwintsheul nog steeds behoorlijk generatief. “Met het mooie weer van mei is het groeizamer geworden maar we hebben de snelheid er goed ingehouden.”
De productie loopt 2 kilo per vierkante meter voor op vorig jaar (16 kilo per m2 tot en met week 21). Dat moet ook wel want toen liepen we ver achter door ongelijk plantmateriaal. Bij donker weer halen we etmaaltemperaturen van 18,5 graden maar bij volop zon kan dat oplopen naar 21 tot 22 graden. De dagtemperatuur staat ingesteld op 20 of 21 graden, afhankelijk van de zon, met een lichtverhoging van 4 graden in de middag. Afhankelijk van het licht start de voornacht van 14 graden tussen 18 en 20 uur. Als je maar 700 Joules krijgt dan moet je wel kracht in de kop zien te houden.
Lage ec
Het wegvallen van leverantie van Ocap-CO2 hebben we goed kunnen opvangen met de eigen installatie. Het was in die periode niet warm dus we konden de warmte uit de wkk goed gebruiken. We hebben zelfs de ketel nog laten draaien. Op de minder zonnige dagen hebben we nog een concentratie van 700 tot 800 ppm gehaald. De druppel-ec is nu rond 2,7 en als het echt zonnig is wordt hij met 0,4 verlaagd. Bij een droge wind verlaag ik de ec ook op vocht, bij een rv tussen 75 en 68 procent. De ec in de mat was eind vorige week 3,1. Het lijkt alsof je met zo’n hoge mat snel lager zit doordat het gewas makkelijker voeding opneemt. Maar ik kijk naar het gewas en de vruchtjes en dat ziet er goed uit. De kwaliteit van de tomaten is prima en de kop blijft mooi donker en stevig.
Botrytis van blad naar stengel
Nog steeds wordt er iedere week een blaadje uit de kop gehaald. Een periode van dit voorjaar heeft het gewas wel wat zwakker gestaan. Je zag toen blad-Botrytis ontstaan maar dat zijn we nu gelukkig kwijt. De oorzaak was waarschijnlijk het wegzakken van het kaliumcijfer (van 12 naar 3 mmol) en de pH-verhoging in de mat (tot 7,0-7,5). Door die hoge pH kon de plant moeilijk bepaalde elementen opnemen. De bladaantasting is ook over gegaan op de stengels. In het begin heb ik een keer met Luna gedruppeld maar dat had niet het gewenste effect. Ik hoor ook van collega’s dat Luna niet goed meer werkt tegen Botrytis. In het eerste jaar had je bij wijze van spreken aan de halve dosering genoeg, maar nu gaat de Botrytis vrolijk verder. Hij heeft daarom twee keer met Rovral gespoten en sinds begin mei lopen de mensen weer met smeer flesjes rond. Je komt best wel wat tegen wat uitgesneden en ingesmeerd moet worden. Tegen meeldauw lijkt Luna nog wel goed te werken. In de rassenproeven blijven de gevoelige rassen goed schoon, terwijl ze bij collegatelers die geen Luna gebruikt hebben wel wit laten zien.
Tuta breidt nog uit
Een ander hardnekkig probleem is de Tuta absoluta. De aantasting gaat in golven maar het wordt wel steeds erger. Je komt hier en daar vruchten met boorgaatjes tegen en soms hangt ineens een kop slap omdat een rupsje via het bladoksel naar binnen is gekropen. We vangen erg veel mannetjes weg op de gele vangplaten met feromooncapsules die op de matten liggen. Maar het helpt onvoldoende. Spuiten met Thurex had ook te weinig resultaat. We zijn daarom overgestapt op Tracer wat schadelijker kan zijn voor de andere biologie. Het wachten is op Macrolophus. Ik heb zo lang mogelijk bijgevoerd maar dat is nu gestopt. Je komt nu erg veel jonge roofwantsen tegen en je moet ze natuurlijk niet te veel verwennen want ze moeten de Tuta opruimen.
De rest van de plagen is geen probleem. Op de paar plekjes met wittevlieg zijn extra Erethmocerus- en Encarsia-sluipwespen ingezet en linten opgehangen en dat heeft goed geholpen. Er zit wat bladluis maar die zijn met Aphidius ervi – sluipwespen ook onder controle gebracht.